Column
informatie
Huurdersraad
Hardinxveld-Giessendam
Column
Joop Kuipers
Onderstaande column's zijn op persoonlijke title geschreven.
Bevroren huur, bevroren beloften
5 mei 2025
Het blijft je bezighouden.
Eerder schreef ik “De huur blijft gelijk, maar wat kost het
echt) Nederland zucht
onder een wooncrisis van historische proporties, komt het
kabinet met een daad, van ongekende lafheid, een huurbevriezing
opgenomen in de voorjaarsnota in 2025 en 2026 lijkt sympathiek.
In werkelijkheid? Een financiële strop voor woningcorporaties en
een dolksteek in de rug van iedereen die snakt naar een
betaalbaar dak boven het hoofd.
Tijdens de verkiezingscampagnes regende het gouden beloftes.
Bouwambities vlogen over tafel. Mooie afspraken in de Nationale
Prestatieafspraken iedereen zou weer kunnen wonen. Maar nu de
werkelijkheid aan de deur klopt, duikt de grootste liegende
coalitie van de laatste jaren van Nederland achter symbolische
schijnmaatregelen. Resultaat? (Mogelijk) geen huurverhoging,
maar dan ook geen nieuwe sociale huurwoningen. Sterker nog,
zelfs nul bouwen is ineens bespreekbaar.
Deze huurbevriezing is geen verlichting, het is een blok aan het
been van de sociale woningbouw. Huurdersorganisaties snappen het
deels, want niemand wil geconfronteerd worden met extra lasten.
Maar velen zouden prima akkoord zijn gegaan met een gematigde
verhoging van bijvoorbeeld 3%, juist om ruimte te maken voor
broodnodige investeringen. Want wat is erger, een paar euro per
maand erbij, of jarenlang vastzitten in je studentenkamer of
omdat doorstroming ineens een utopie blijkt, omdat er nergens
een woning vrij komt?
Sociale woningcorporaties willen bouwen, ze staan in de
startblokken, de plannen liggen klaar. Maar het zijn de
politieke handboeien, stapels regels, gierende bouwkosten, slome
besluitvorming die hen verlammen. En dan nu ook nog deze
(mogelijke) huurbevriezing, die als een mokerslag hun
investeringskracht sloopt.
Stop met mauwen, ga bouwen, of stap op
Onder
leiding van Dick Schoof, of moeten we gewoon eerlijk zijn en
zeggen onder leiding van Geert Wilders. Dreigt Nederland in een
bestuurlijke nachtmerrie te belanden. Een ploeg ministers zonder
richting, zonder visie, zonder kompas. Een kabinet dat regeert
met ideologische spierballentaal, maar geen idee heeft waar het
werkelijk mee bezig is. Terwijl de samenleving piept en kraakt,
en de woningnood mensen tot wanhoop drijft, blijven de plannen,
rapporten en praatshows zich opstapelen.
Maar huizen? Die blijven uit.
Compenseer corporaties, geef ze toegang tot fondsen zonder
bureaucratische jungle. Maak nú bouwgrond beschikbaar. Niet in
2030. Niet na vijf jaar aan tafel zitten. Versnel vergunningen,
knip door die verstikkende linten van regelgeving en laat
standaardprocedures leidend zijn. Laat geen woonwijk sneuvelen
op een zienswijze over een vleermuisroute.
Geen woorden maar woningen
De woningnood in Nederland is geen natuurverschijnsel. Het is
het gevolg van politieke traagheid, bestuurlijke stroperigheid
en een schrijnend gebrek aan daadkracht. Terwijl
honderdduizenden Nederlanders smachten naar een betaalbare
woning, zitten woningcorporaties op slot. Niet omdat ze niet
willen bouwen, maar omdat ze worden tegengehouden. De roep om
meer sociale woningbouw klinkt al jaren luid, maar beleid blijft
steken in vergaderingen, rapporten en vrome intenties. Het is
tijd voor actie. Geen woorden meer, maar woningen.
De
paradox is schrijnend, we hebben woningcorporaties die dolgraag
willen bouwen, en een samenleving die schreeuwt om betaalbare
woningen. En toch komt de productie nauwelijks op gang. Dat komt
omdat corporaties aan alle kanten worden afgeremd. De stapeling
van regelgeving, stroperige vergunningprocedures, stijgende
bouwkosten én politieke spelletjes op lokaal niveau maken van
sociale woningbouw een hindernisbaan. Voeg daar de
huurbevriezingen aan toe, opgelegd door de politiek onder het
mom van bescherming en het resultaat is een sector die
financieel wordt uitgehold. Goed bedoeld beleid wordt zo een
blok aan het been van de bouwopgave.
Een structurele aanpak is nodig. Woningcorporaties moeten weer
de ruimte krijgen om te doen waar ze voor zijn opgericht: bouwen
voor mensen met een smalle beurs. Dat vraagt om actie op drie
fronten: landelijk beleid, gemeentelijke samenwerking en
financiële ruimte.
Deze regering stoppen met het financieel uitknijpen van
corporaties. De verhuurderheffing is afgeschaft, maar dat is
niet genoeg. Huurbevriezingen zonder compensatie zijn funest
voor de investeringskracht. Als de inkomsten dalen, dalen de
mogelijkheden om te bouwen mee. Kabinetsbeleid moet corporaties
ondersteunen in plaats van beperken. Richt een structureel fonds
op waaruit direct kan worden geïnvesteerd in sociale woningbouw,
zonder bureaucratische barrières.
Ook op gemeentelijk niveau moet het roer radicaal om. Te vaak
blijven plannen van woningcorporaties hangen in politieke
discussies, amendementen en belangenspelletjes in de
gemeenteraad. Daarmee verliezen we kostbare jaren. Gemeenten
moeten woningcorporaties als partners behandelen, niet als
aanvragers die toestemming moeten komen vragen. Plannen die rijp
zijn voor uitvoering moeten direct op tafel komen en van tafel
af, richting de bouwplaats.
Maak grond beschikbaar. Grond is de motor van woningbouw, en
gemeenten moeten de aankoop en toewijzing ervan voor sociale
woningbouw als absolute prioriteit behandelen. Geen
grondspeculatie of vertraging voor andere belangen, maar
strategisch verwerven met één doel, bouwen voor de mensen die nu
geen kant op kunnen.
De wooncrisis vraagt geen nieuwe onderzoeken of taskforce. Wat
nodig is, is politieke moed. Durf. Doen. Kabinet en gemeenten
moeten de woningcorporaties de ruimte, middelen en medewerking
geven om weer te kunnen bouwen. Geen loze beloftes of uitstel
meer, maar concrete daden.
Wat wordt er werkelijk bevroren?
17 april 2025
Eerder schreef ik. Je zou bijna gaan juichen. Geen huurverhoging
in 2025 en 2026. Alsof het kabinet je een miljoen schenkt in een
gouden envelop van de Postcodeloterij. De partijleiders van de
coalitie lopen erbij alsof ze presentatrice persoonlijk zijn,
lachend, juichend, handen in de lucht. Het is gênant. Dit is
geen bestuur, dit is een theatershow. En de Nederlandse kiezer?
Die krijgt intussen de rekening gepresenteerd.
Want wat wordt er werkelijk bevroren? Niet alleen de huur, maar
ook het gezond verstand. Onderhoud? Bevroren. Nieuwbouw?
Bevroren. Verduurzaming? Bevroren. Alles wat cruciaal is voor de
toekomst van wonen in Nederland, verdwijnt geruisloos onder het
tapijt van deze zogeheten ‘koopkrachtmaatregel’.
Geen politicus die het hardop zegt, maar woningcorporaties
verliezen met deze maatregel honderden miljoenen. Geld dat
anders was gegaan naar het opknappen van verouderde wijken, het
bouwen van nieuwe huizen voor starters en het verduurzamen van
bestaande woningen. Maar in plaats van eerlijk te zijn, waar
blijft de compensatie van het Rijk. De coalitie verkoopt het als
een cadeautje. Toch had het ook anders gekund, een
landelijkvoorstel van de huurverhoging met 3% zou waarschijnlijk
door elke huurdersorganisatie aanvaard zijn.
Neem nu de uitgesproken euforie over de binnengehaald
speerpunten van de coalitiepartijen die partijen van de coalitie
hebben binnengehaald bij het overleg
van de voorjaarsnota. Alsof het een feestje was. De
fractievoorzitters paradeerden met hun statements, alsof ze op
een benefietgala stonden in plaats van bij de verantwoording van
hun beleid van korte termijn scoren, lange termijn lijden.
Binnenlandse Zaken? Mooie praatjes over leefbaarheid, maar nul
concrete investeringen in betaalbare woningbouw.
Klimaat en Energie? Bezuinigen op verduurzaming, maar
ondertussen wel blijven roepen dat we de klimaatdoelen willen
halen.
Financiën? Sober begroten, noemen ze dat. Lees, schrappen in de
basisbehoeften van burgers om belastingvoordelen voor grote
bedrijven te behouden.
Sociale Zaken? Wéér geen plan voor de koopkracht van werkenden
en gepensioneerden. De middenklasse wordt uitgehold terwijl Den
Haag selfies maakt.
Wat deze coalitie doet, is kiezen voor de schijn van succes
boven structurele oplossingen. Voor het beeld boven de burger.
Voor de kop boven de inhoud.
De kiezer verdient beter dan dit toneelstuk.
Wat je niet hoort in de juichverhalen van de coalitie, de
keiharde realiteit die woningcorporaties raken. Zij worden
geacht te bouwen, verduurzamen, onderhouden maar met minder
middelen.
De compensatie? Geen spoor van te bekennen. Wie gaat die
verduurzaming straks betalen? Juist, de huurder zelf, via
achterstallig onderhoud, uitgestelde projecten en hogere
energiekosten.
Deze huurbevriezing is iets moois voor de nu zittende sociale
huurder, maar is niets meer dan een politiek doekje voor het
bloeden.
Dat is niet leiden. Dat is misleiden. En de kiezer ziet het.
16 april 2025
De huur blijft gelijk, maar wat kost het echt?
Je zou bijna gaan juichen. “Geen huurverhoging in 2025!” staat
er op de brief die je in de bus krijgt. Je zou het willen
inlijsten, er een toast op uitbrengen. Even geen tientjes erbij,
even geen extra rekensommetjes aan de keukentafel. De politiek
scoort een makkelijke hit bij het publiek, het klinkt sociaal,
rechtvaardig, zelfs een beetje menselijk.
Maar laat je niets wijsmaken. Wij waren ook tegen de hoogte van
de voorgestelde huurverhoging. Dus wat nu is bekokstoofd is geen
cadeautje. Het is een sigaar uit eigen doos, en die doos is al
halfleeg gerookt.
Want achter het zogenaamd feestelijke nieuws van huurbevriezing
gaat een politieke goocheltruc schuil waar David Copperfield nog
een puntje aan kan zuigen. Die 'huurbevriezing' klinkt goed,
maar voelt al snel als bevriezing van alles wat ertoe doet:
onderhoud, nieuwbouw, verduurzaming. Waarom? Omdat de
woningcorporaties de rekening mogen ophoesten. Niet de
rijksoverheid. Niet de staatskas die overloopt van
miljardenoverschotten. Nee, het zijn de sociale woningbouwers
die moeten bloeden. En met hen, de huurders.
Want minder huurinkomsten betekent simpelweg minder geld om te
bouwen, om te isoleren, om aan te passen, om te zorgen. Geen
verdienmodel, geen investeringsruimte. Geplande projecten
verdwijnen in diepe bureaulades. De bouw van sociale
huurwoningen blijft steken in mooie PowerPoint-dia’s. De
wachttijden lopen op, de kansen voor je kinderen of
kleinkinderen kelderen. En dat lekkende kozijn? Zet het maar op
je wensenlijst voor kerst, misschien heb je geluk.
Ondertussen?
Zakt de huurtoeslag voor veel mensen gewoon mee. Je “winst”
verdampt, want de staat houdt stilletjes zijn hand open. En voor
huurders die het wel zouden kunnen betalen? Die profiteren
vrolijk mee, zonder dat ze het nodig hebben. Een generieke
maatregel met een selectieve schadelast. Dat is geen sociaal
beleid, dat is beleid voor de bühne.
Als dit kabinet écht om huurders gaf, dan zou het de corporaties
compenseren. Volledig. Punt. Dan zouden plannen voor nieuwe
sociale woningen niet in de ijskast belanden. Dan zouden mensen
niet vastzitten in tochtige huizen zonder perspectief. Dan zou
huurbevriezing geen korte termijn plakkertje zijn, maar een
opstap naar structurele verbetering.
Maar nee, de overheid speelt mooi weer met andermans
portemonnee. En de prijs? Die betalen wij.
Dus zeg maar, wat koop je voor een huur die even niet stijgt,
als je er straks geen woning meer voor terugkrijgt? Als je kind
geen dak boven het hoofd vindt? Als je thuis oud moet worden in
een woning die daar totaal niet op ingericht is?
Huurbevriezing zonder compensatie is geen overwinning. Het is stilstand, en stilstand is hier niets minder dan beleid dat langzaam achteruitrolt. En jullie? De sociale huurder, zitten erin, zonder kompas.
1 januari 2025
Samen naar een woning bouwende toekomst
Het einde van het jaar is altijd een bijzonder moment. Het
nodigt ons uit om stil te staan bij wat is geweest en vooruit te
kijken naar wat komen gaat. Voor ons, sociale huurders, is het
een kans om hoopvol te dromen over een toekomst waarin meer
sociale huurwoningen werkelijkheid worden. Waar doorstroming
niet langer een vage belofte is, maar een tastbare kans. En waar
iedereen, jong en oud, zich thuis kan voelen in een gemeenschap
gebouwd op saamhorigheid en respect.
Het is waar, de uitdagingen zijn groot. Onze samenleving voelt
soms zwaar en verdeeld aan. Polarisatie lijkt overal op te
duiken, en toch geloven wij dat saamhorigheid sterker is dan
verdeeldheid. Juist in deze tijd kunnen we laten zien wat we
waard zijn als gemeenschap, als buren, als mensen die elkaar
zien en steunen.
Dit jaar hebben we gezien dat de positie van sociale huurders
meer aandacht kreeg. De woningnood is schrijnend, maar er worden
stappen gezet. En terwijl we ons realiseren dat we er nog lang
niet zijn, mogen we hoopvol blijven dat jongere generaties een
thuis vinden, dat ouderen de zorg en ondersteuning krijgen die
ze verdienen, en dat sociale huur voor iedereen een solide basis
biedt, een plek om te leven, niet slechts te overleven. Laten we
hopen dat plannen daadwerkelijk vruchten afwerpen. Dat jongere
huurders de kans krijgen om een thuis te vinden en oudere
huurders de ondersteuning krijgen die ze verdienen.
Maar verandering begint niet alleen bij beleidsmakers en
woningcorporaties. Het begint ook bij ons, als sociale huurders
hebben we de kracht om onze buurten en wijken tot bloeiende
gemeenschappen te maken. Een luisterend oor bieden, een helpende
hand uitsteken, elkaar versterken in plaats van tegenover elkaar
staan, dat is wat ons verder brengt.
Laten we ons niet laten ontmoedigen door de negatieve verhalen
of de harde geluiden in de samenleving. Woorden hebben kracht.
Ze kunnen wonden slaan, maar ook helen. Ze kunnen verdelen, maar
ook verbinden. Laten wij kiezen voor verbinding. Voor een
samenleving waarin iedereen ertoe doet, ongeacht achtergrond,
kleur of overtuiging.
Voor ons als Huurdersraad betekent dit ook dat we elkaar blijven
steunen. Dat we de stem van de sociale huurder laten horen en
blijven strijden voor meer woningen, betere voorzieningen en een
rechtvaardig beleid. Essentie lijn als sociale huurder geen
bijzaak, wij zijn een essentieel onderdeel van een samenleving
die streven naar inclusiviteit en vooruitgang.
Het nieuwe jaar biedt ons een pittige discussie. Bijvoorbeeld
een te hoog landelijk huurverhogingsvoorstel voor 2025. We
zullen de uitdaging met hoop en vastberadenheid aangaan. Laten
we bouwen aan een samenleving waarin niemand wordt
achtergelaten. Een samenleving waarin we kleur bekennen, niet
tegen elkaar, maar voor elkaar.
Het bestuur van Huurdersraad Hardinxveld-Giessendam wenst
iedereen een gezond, liefdevol en hoopvol nieuwjaar.
Samen kunnen we bouwen aan het verschil.
De échte crisis, waar zijn de huizen?
Terwijl het land volop in de ban is van de zogeheten
‘asielcrisis’, woedt er een veel grotere ramp, een die sluipend,
maar vernietigend is, de woningcrisis.
De huidige Politici roeren de trom van migratieproblematiek,
alsof de instroom van vluchtelingen de hoofdreden is dat we klem
zitten. Maar laten we eerlijk zijn, de asielcrisis is geen
woningcrisis. Het is de groeiende leemte in onze steden en
dorpen, het gat waar huizen hadden moeten staan, die ons land
verlamt.
Jaren van onder investering en beleid uitstellen hebben gezorgd
voor een tekort aan meer dan 300.000 woningen. Jongeren blijven
bij hun ouders hangen tot ver na hun 30ste, stellen hun dromen
van een eigen plek en gezin uit. Ouderen, die hun grote huizen
graag willen verruilen voor iets kleiner, (doorstroming met
behoud van de oude huur) zitten vast omdat er simpelweg geen
kleinere woningen beschikbaar zijn. Dit is de echte ramp.
En het kabinet kijkt toe. Of nee, het kijkt weg.
Het lijkt wel alsof we al jaren in een collectieve illusie leven
waarin het gebrek aan woningen door alles en iedereen wordt
veroorzaakt, behalve door politiek falen. Terwijl woningprijzen
door het dak schieten en de huren (sociale) onbetaalbaar worden,
is de bouw van nieuwe huizen steevast te traag, bureaucratisch,
of blijft zelfs volledig uit. En nu, met een kabinet dat zijn
laatste adem uitblaast, wordt het asielbeleid naar voren
geschoven als dé crisis van het moment. Maar dat is afleiding.
Een bliksemafleider om kiezers te paaien die nerveus worden van
migratie, terwijl de werkelijke uitdaging, de woningcrisis, als
een schaduw boven de samenleving hangt.
Wanneer dringt het tot de coalitie door dat de asielzoekers niet
de huizen bezetten die er niet eens zijn? Het is alsof men de
illusie creëert dat als er minder asielzoekers zijn, er meer
woningen zouden zijn. Het zijn juist decennia van politieke
besluiteloosheid en het vasthouden aan verouderde regels die ons
hebben opgezadeld met een tekort aan woningen.
De verantwoordelijkheid ligt bij de overheid, niet bij
nieuwkomers.
Er zijn draconische maatregelen nodig, en wel nu. Wat als we het
woningtekort eens met dezelfde urgentie zouden aanpakken als de
asielinstroom? Stel je voor dat de bouw van huizen dezelfde
politieke prioriteit zou krijgen. Het afschaffen van
bureaucratische hindernissen, het beschikbaar maken van
bouwgrond, en het verlagen van de winsthonger van grote
vastgoedontwikkelaars zouden bovenaan de agenda moeten staan.
Het is tijd om niet meer weg te kijken. De woningcrisis is geen
'potentiële' ramp die in de verte gloort, maar een realiteit
waar honderdduizenden Nederlanders elke dag mee geconfronteerd
worden. Een recht op wonen zou geen droom moeten zijn, maar een
basisvoorwaarde van ons sociale contract.
Laten we niet langer afgeleid worden door schijncrisissen die
worden opgeblazen om politieke winst te behalen. Nederland word
wakker.
10 september 2024
Ouderen
Vaak gedefinieerd als mensen boven de 55 jaar, vormen een unieke
groep in onze samenleving. Maar wat betekent het eigenlijk om
"oud" te zijn? Is het slechts een leeftijdsgrens, of draait het
om de mate van fysieke en mentale vitaliteit? Vaak schuurt het
beeld van ouderdom tegen vooroordelen aan, traag, achterhaald,
en soms zelfs gezien als een last voor de maatschappij. Dat is
waar de spanningen met de jongere generatie ontstaan, zeker in
het kader van de woningcrisis.
Stel je voor als 71-jarige, je zou jezelf misschien niet zo snel
in de categorie "oud" plaatsen. Je bent vitaal, denkt scherp,
leeft met een blik op de toekomst. Maar vanuit het perspectief
van een 27-jarige of zelfs een 50-jarige, lijkt het misschien
alsof je tot die "bezetters" behoort. De ouderen zouden
zogenaamd de woningen bezetten waar jongeren om strijden. Ze
blijven vaak langer in hun huizen, huizen die misschien te groot
zijn nu de kinderen het nest verlaten hebben. Ze profiteren van
een gunstige sociale huur of hypotheekvoorwaarden en dus
stabiele woonlasten die jongere generaties alleen kunnen dromen.
Is dat echter een bewuste keuze van de ouderen, of gewoon een
bijwerking van het systeem waarin zij zelf ooit jong waren?
Het is een ironie van het leven, iedereen wil oud worden, maar
niemand wil oud zijn. Oud worden op een goede manier is niet
voor iedereen weggelegd. Jongeren zien ouderdom als iets in de
verte, een ver-van-mijn-bed-show. Ze beseffen vaak niet dat
ouderdom niet een plotselinge toestand is, maar een gradueel
proces. En voor je het weet, krijg je een stempel opgeplakt.
Stel je voor dat een groep jongeren tijdens een protestmars door
de straten loopt met borden als "Geef ons woningen!" en
"Ouderen, laat ruimte voor de toekomst!". Want welke ouderen
worden precies bedoeld? En wat betekent het om ruimte te maken
voor de toekomst?
Een van de demonstranten, bijvoorbeeld een rechtenstudent van 27
jaar, raakt in gesprek met een oudere vrouw, die in een sociale
huurwoning woont die volgens de demonstranten “te groot” is voor
haar alleen. Anneke, op haar 78ste heeft een heel leven achter
zich in dat huis. Haar kinderen zijn er opgegroeid, haar man
heeft er tot zijn dood gewoond, en het huis is gevuld met
herinneringen die niet zomaar in een kleinere flat passen. Het
gesprek verandert langzaam van een beschuldigend debat naar een
wederzijds begrip.
“Snap je niet dat ik hier graag wil blijven, waar ik mijn leven
heb opgebouwd?” vraagt Anneke. Lotte antwoord, “Dat begrijp ik,
maar wij hebben ook een leven dat we nog moeten opbouwen. We
kunnen niet eens beginnen.”
Het verhaal van Anneke en Lotte is niet uniek. Het weerspiegelt een bredere maatschappelijke discussie waarin ouderen ongewild het symbool zijn geworden van iets waar ze zelf weinig controle over hebben. Want ouder worden is geen luxe, het is een realiteit die iedereen hoopt te ervaren. Maar hoe zorgen we ervoor dat iedereen, jong en oud, de ruimte krijgt om op zijn eigen manier te leven?
27 augustus 2024
Wet Betaalbare Huur,
uiteindelijk een ramp in vermomming?
Wat waren we blij met de komst van de Wet Betaalbare Huur.
Eindelijk zouden de huurprijzen onder controle worden gebracht,
en zouden we verlost zijn van de excessieve huurprijzen die de
vrije sector teisteren. De wet beloofde bescherming voor
huurders tegen de woekerprijzen van huisjesmelkers. Maar nu de
stof is neergedaald en de eerste gevolgen zichtbaar worden,
lijkt de situatie ironisch genoeg nog beroerder dan voorheen.
In plaats van een afname in uitbuiting zien we juist een nieuwe
trend opduiken, verhuurders, vooral de beruchte huisjesmelkers,
maken van de gelegenheid gebruik om huurwoningen massaal in de
verkoop te gooien. En uiteraard niet voor een zacht prijsje.
Nee, de verkoopprijzen schieten omhoog, wat betekent dat de
woningen onbetaalbaar zijn voor de gemiddelde Nederlander.
Dezelfde huisjesmelkers die ooit gouden bergen beloofden aan
huurders, proberen nu een nieuwe slag te slaan op de koopmarkt.
Met de hoge verkoopprijzen wordt nogmaals duidelijk wie hier de
werkelijke winnaars zijn, en dat zijn zeker niet de huurders.
De Wet Betaalbare Huur had verschillende voordelen moeten
bieden: bescherming tegen excessieve huurprijzen, meer
betaalbare woningen onder de 1.000 euro per maand en meer
zekerheid voor huurders. De praktijk blijkt anders. De beoogde
bescherming tegen excessieve huurprijzen heeft juist geleid tot
een vlucht naar verkoop door verhuurders die hun inkomsten zien
dalen. En daarmee blijven de huurders opnieuw met lege handen
staan.
Deze zogenaamde 'bescherming' leidt in de praktijk slechts tot
nog meer onzekerheid. Waar huurders eerder al moesten vrezen
voor stijgende huurprijzen, moeten zij nu vrezen voor het
verlies van hun woning, omdat deze plotseling in de verkoop
gaat. De wet had een einde moeten maken aan uitbuiting, maar
lijkt slechts een nieuwe manier te hebben gevonden om huurders
uit te persen. De droom van een betaalbare huurwoning blijft
voor velen een illusie.
En dan is er nog het argument van investeerders en verhuurders.
De wet zou volgens minister Hugo de Jonge ook voor hen
aantrekkelijk moeten blijven, zodat het verhuren van woningen
rendabel is. Maar wat betekent dat in de praktijk? Het betekent
dat de belangen van verhuurders en investeerders zwaarder wegen
dan die van huurders. Dat blijkt wel uit het feit dat
verhuurders zich nu massaal terugtrekken van de huurmarkt, met
als gevolg minder aanbod en hogere prijzen voor koopwoningen.
Een dubbele klap voor de huurder die op zoek is naar een
betaalbare woning.
De Wet Betaalbare Huur, die werd gepresenteerd als een
reddingsboei voor huurders, blijkt eerder een anker dat hen
verder de diepte intrekt. De wet lijkt niet alleen
ondoeltreffend in het bereiken van haar doelstellingen, maar
verergert zelfs de problemen die zij had moeten oplossen. En zo
blijft de huurder achter met de gebakken peren.
23 augustus 2024
Geen woorden zonder daden
Er wordt veel gepraat over de noodzaak van nieuwbouw voor
sociale huurwoningen. Elke politieke partij roept luidkeels dat
zij er zijn voor de inwoners van hun dorp of stad, maar wanneer
het aankomt op daadwerkelijke actie, blijft het stil. De nieuwe
regering komt niet verder dan vage beloftes dat er "snel iets
moet gebeuren." Maar wat betekent dat precies? Hoe snel is snel?
Wanneer gaat er iets gebeuren?
De traagheid waarmee plannen worden gemaakt en uitgevoerd voor
de nieuwbouw van sociale huurwoningen is beschamend. De vraag
naar betaalbare woningen blijft stijgen, terwijl het aanbod
stagneert. De mensen die deze woningen het hardst nodig hebben,
wachten vaak jarenlang op een fatsoenlijk dak boven hun hoofd.
Ondertussen worden de prijzen in de woningen vrije sector steeds
hoger en worden huren onbetaalbaar, of worden nu in de
uitverkoop gedaan door deze te verkopen voor velen onbetaalbaar
wordt. Dit is een crisis die vraagt om daadkrachtige
maatregelen, niet om nog meer loze woorden.
Er is geen tijd meer voor uitstel en overleg. Het is hoog tijd
dat de overheid begint met het onteigenen van grond. Dit is
misschien een drastische stap, maar het is noodzakelijk. Te vaak
wordt waardevolle bouwgrond vastgehouden door
projectontwikkelaars die wachten op het juiste moment om een
maximale winst te maken. Dit speculatieve gedrag draagt niets
bij aan het oplossen van de woningnood. Integendeel, het
verergert het probleem alleen maar. Door grond te onteigenen en
deze onmiddellijk beschikbaar te maken voor de bouw van sociale
huurwoningen, kan de overheid laten zien dat ze echt meent wat
ze zegt.
Na onteigening moet de grond direct verzwaard worden, zodat er
snel aan de slag kan worden gegaan met de bouw. Dit betekent dat
de procedures rondom vergunningen en aanbestedingen aanzienlijk
moeten worden versneld. Het kan niet zo zijn dat een bouwproject
jaren vertraging oploopt vanwege bureaucratische rompslomp. Als
de wil er is, moet er een manier zijn om deze procedures
efficiënter te maken. Het gaat hier immers om het welzijn van
mensen, niet om een spelletje politieke vertraging.
Er is een dringende behoefte aan concrete, meetbare acties. Een
nationale taskforce die zich specifiek richt op de bouw van
sociale huurwoningen zou een goede eerste stap zijn. Deze
taskforce moet bevoegdheden hebben om snel beslissingen te nemen
en moet direct kunnen rapporteren aan de regering. Daarnaast
moeten er duidelijke doelen worden gesteld, zoals het aantal
nieuw te bouwen woningen per regio en tijdsperiode waarin deze
moeten worden gerealiseerd. Zonder deze duidelijke kaders
blijven we hangen in een eindeloze cyclus van beloften zonder
resultaat. Het gaat vaakom jonge mensen die hun toekomst zien
verdampen omdat ze geen betaalbare plek kunnen vinden om hun
leven op te bouwen.
5 augustus 2024
Versnelling van sociale woningbouw
De druk op de woningmarkt in Nederland is de afgelopen jaren
aanzienlijk toegenomen, wat heeft geleid tot een groeiende
behoefte aan sociale huurwoningen. Vooral in kleinere gemeenten,
met een inwoneraantal van minder dan 40.000, is er vaak sprake
van beperkte middelen en capaciteiten om snel en efficiënt
nieuwe woningen te realiseren. Een innovatieve oplossing om dit
probleem aan te pakken, is het creëren van een centrale databank
waarin alle sociale woningbouwplannen van de afgelopen 15 jaar
worden verzameld. Deze databank kan dienen als een bron van
inspiratie en een hulpmiddel om de besluitvormingsprocessen te
versnellen, waardoor de tijd tussen planvorming en bouwstart
aanzienlijk kan worden verkort.
Een databank zou alle sociale woningbouwplannen omvatten die in
de afgelopen 15 jaar zijn goedgekeurd door gemeenten met minder
dan 40.000 inwoners. Deze vaak kleinere projecten en plannen
kunnen variëren van bouwtekeningen en ontwerpen tot
gedetailleerde omgevingsvergunningen. Door deze informatie te
delen, kunnen andere gemeenten profiteren van al ontwikkelde
kennis en ervaring, waardoor zij niet vanaf nul hoeven te
beginnen bij de ontwikkeling van nieuwe woningbouwprojecten.
De databank moet toegankelijk zijn voor gemeenten,
woningcorporaties en andere relevante stakeholders. Het zou
mogelijk moeten zijn om te zoeken op specifieke kenmerken, zoals
het type woning, de gebruikte bouwmaterialen, en de toegepaste
architecturale stijlen. Ook zouden er informatie en best
praktijkervaringen hierover beschikbaar moeten worden gegeven
(zijn) over de goedkeuring van omgevingsvergunningen en de
aanpak van eventuele juridische en administratieve obstakels.
Om de efficiëntie verder te vergroten, zouden procedures rondom
de ontwikkeling en goedkeuring moeten versnellen zo ook de
procedures van sociale woningbouwplannen moeten worden
gestroomlijnd. Gemeenten en woningcorporaties kunnen
gebruikmaken van de plannen en ontwerpen uit de databank als
standaardontwerpen, waardoor de tijd en kosten van het ontwerp-
en vergunningstraject worden verminderd. Dit betekent dat
gemeenten minder tijd kwijt zijn aan de technische en juridische
beoordeling van nieuwe plannen, aangezien ze kunnen terugvallen
op al goedgekeurde en succesvolle ontwerpen.
7 juli 2024
De Oneerlijke Last van Inflatiecorrecties op Sociale
Huurwoningen
Inflatie is een onvermijdelijk economisch verschijnsel dat de
prijzen van goederen en diensten elk jaar verhoogt. Wanneer de
inflatie stijgt, stijgen ook de kosten van levensonderhoud.
Sociale huurders, vaak de meest kwetsbare groep in de
samenleving, voelen de impact van deze prijsstijgingen sterk.
Toch wordt er bij de jaarlijkse huurverhoging van sociale
huurwoningen niet alleen rekening gehouden met de inflatie, maar
wordt er ook vaak een extra percentage bovenop gelegd. Dit werpt
de vraag op: waarom moeten sociale huurders deze dubbele last
dragen, en wat kunnen we doen om deze situatie te veranderen?
Sociale huurders, die vaak afhankelijk zijn van een vast of laag
inkomen, zien hun woonlasten jaarlijks toenemen door deze
inflatiecorrectie plus een extra huurverhoging. Deze extra
verhoging is bedoeld om woningcorporaties te helpen hun
exploitatiekosten te dekken en investeringen in onderhoud en
nieuwbouw te financieren. Echter, dit leidt tot een onevenredige
belasting van sociale huurders. Terwijl alle huishoudens de
gevolgen van inflatie voelen, worden sociale huurders dubbel
getroffen omdat hun huur stijgt boven op de algehele
prijsstijging van het levensonderhoud.
Deze praktijk betekent dat huurders niet alleen te maken hebben
met hogere kosten voor basisbehoeften zoals voedsel en energie,
maar ook met fors stijgende huurprijzen. Hierdoor komen steeds
meer sociale huurders in financiële problemen, omdat hun inkomen
niet evenredig stijgt met de kosten. De kloof tussen inkomen en
uitgaven wordt groter, waardoor de betaalbaarheid van wonen
steeds meer onder druk komt te staan.
Woningcorporaties hebben zeker legitieme redenen om huurprijzen
te verhogen. Ze moeten investeren in onderhoud, verduurzaming,
en het bouwen van nieuwe woningen? om aan de groeiende vraag te
voldoen. Echter, het is belangrijk om een balans te vinden
tussen de financiële gezondheid van woningcorporaties en de
betaalbaarheid van huren voor sociale huurders.
Woningcorporaties worden ook geconfronteerd met stijgende
kosten. Verhoog de overheidssteun aan woningcorporaties om de
kloof tussen exploitatiekosten en huurinkomsten te dichten.
Hierdoor kunnen corporaties hun taken uitvoeren zonder de last
volledig op de huurders af te wentelen.
Om de betaalbaarheid van sociale huurwoningen te waarborgen,
moeten we op zoek naar alternatieve benaderingen en oplossingen
die zowel de belangen van huurders als die van woningcorporaties
dienen. Enkele mogelijke stappen zijn:
Beperk de jaarlijkse huurverhoging tot de inflatiecijfers,
zonder extra percentages toe te voegen. Dit kan sociale huurders
meer zekerheid bieden en hen beschermen tegen buitensporige
huurverhogingen.
Versterk de wettelijke huurbeschermingsmaatregelen om huurders
beter te beschermen tegen buitensporige verhogingen. Dit kan
bijvoorbeeld door het invoeren van strengere regels voor
huurverhogingen in de sociale huursector.
De huidige praktijk van het toevoegen van een extra percentage boven op de inflatiecorrectie voor sociale huurwoningen is onhoudbaar en oneerlijk voor sociale huurders. Het veroorzaakt onnodige financiële stress en ondermijnt de betaalbaarheid van wonen voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Door alternatieve benaderingen te omarmen en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken, kunnen we een eerlijker en duurzamer systeem creëren dat recht doet aan zowel huurders als woningcorporaties.
29 juni 2024
implementatie van de Omgevingswet
De analyse van de gemeente Hardinxveld-Giessendam in relatie tot
de implementatie van de Omgevingswet kan worden gebaseerd op de
informatie uit het gegeven artikel, met name gericht op de
uitdagingen waarmee gemeenten worden geconfronteerd en mogelijke
oplossingen.
Huidige situatie en uitdagingen
Gemeenten, waaronder Hardinxveld-Giessendam, ervaren
aanzienlijke druk en worstelen met de implementatie van de
Omgevingswet. De nadruk ligt momenteel vooral op de dagelijkse
operationele taken, waardoor langetermijndenken en strategische
planning naar de achtergrond worden gedrongen. De hoge werkdruk
belemmert effectieve samenwerking en zorgt voor een vicieuze
cirkel waarin het vinden van oplossingen bemoeilijkt wordt door
de drukte zelf.
Kritieke punten
De gemeente staat onder grote druk door de implementatie van de
Omgevingswet. Er is behoefte aan meer capaciteit en efficiëntere
werkmethoden om de uitdagingen het hoofd te bieden.
Er is een gebrek aan samenwerking tussen gemeenten, zowel binnen
de regio als daarbuiten. Hardinxveld-Giessendam moet
mogelijkheden tot samenwerking verkennen om expertise te delen
en de werkdruk te verlichten.
De focus ligt momenteel te veel op kortetermijnoplossingen,
zoals het verlenen van (buitenplanse omgevingsplanactiviteit)
BOPA-vergunningen en het gebruik van (tijdelijk alternatieve
maatregelen) TAM- (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) IMRO.
Dit kan leiden tot problemen bij het omzetten van deze
activiteiten naar het omgevingsplan in de toekomst.
Mogelijke oplossingen
Hardinxveld-Giessendam moet samenwerken met andere gemeenten in
de regio om expertise en middelen te delen. Dit kan helpen om de
werkdruk te verminderen en langetermijnplanning te bevorderen.
De gemeente moet een langetermijnvisie ontwikkelen voor de
implementatie van de Omgevingswet, waarbij rekening wordt
gehouden met de noodzaak om BOPA's en TAM's om te zetten naar
het omgevingsplan.
Hardinxveld-Giessendam moet communicatiekanalen verbeteren om
burgers beter te informeren en te betrekken bij
besluitvormingsprocessen. Dit kan helpen om de druk op de
gemeente te verminderen en de efficiëntie te verbeteren.
De implementatie van de Omgevingswet is een complex proces dat
aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengt voor gemeenten zoals
Hardinxveld-Giessendam. Het is essentieel dat de gemeente
proactief blijft werken aan oplossingen en samenwerking zoekt
met andere stakeholders om succesvol te zijn in het omgaan met
deze uitdagingen en om de doelstellingen van de Omgevingswet te
bereiken.
Maak sociale huurwoningen prioriteit in elk gemeentelijk plan
In
een tijd waarin de roep om rechtvaardigheid en gelijkheid steeds
luider klinkt, staat minister Hugo de Jonge voor een uitdaging
die niet alleen de fundamenten van onze samenleving raakt, maar
ook de harten en huizen van haar burgers. Het is een kwestie van
prioriteit stellen, van erkennen dat elk dak boven een hoofd een
verhaal draagt, een leven omvat.
In de stille straten van kleine gemeenten, waar de echo van
beloftes verloren lijkt te gaan in de wind, voelen velen de kou
van onzekerheid. Het lijkt alsof de stem van de inwoners
verstomd is in de besluitvorming, waar expertise ontbreekt en
behoeften overstemd worden door andere belangen. Maar te midden
van deze stilte ontwaakt een visie, een visie die verder reikt
dan politiek gewin, verder dan economische overwegingen: een
visie op inclusiviteit, op rechtvaardigheid, op thuis.
Het is tijd om een nieuw hoofdstuk te schrijven in het verhaal
van onze gemeenten, een hoofdstuk waarin sociale huurwoningen
niet langer een optie zijn, maar een prioriteit vormen. Minister
De Jonge neemt het voortouw in deze revolutie van compassie en
actie. Het is tijd voor daden, voor verandering die voelbaar is
in de stenen van onze straten.
Met de kracht van wetgeving in zijn handen, roept minister De
Jonge op tot een nieuwe standaard. Sociale huurwoningen worden
niet langer overgelaten aan de willekeur van lokale politiek,
maar worden verankerd in een beleid van urgentie en
verantwoordelijkheid. Het beslissingsrecht wordt weggehaald bij
degenen die de stem van het volk niet verstaan, en overgedragen
aan hen die de expertise en toewijding hebben om echt te
luisteren.
Heb het item al een keer eerder aangehaald, vraag mij af of het
echt zo kan. Het lijkt dat het in veel kleine gemeenten
ontbreekt, de benodigde expertise op het gebied van
volkshuisvesting, vooral als het gaat om het bouwen van sociale
huurwoningen. Juist door die benodigde expertise kan het
voorkomen dat gemeenteraden beslissingen nemen die niet in lijn
zijn met de behoeften van hun inwoners. Het is daarom tijd om
het beslissingsrecht over sociale huurwoningen weg te halen bij
kleine gemeenten.
Er zijn gemeenten die corporaties toestaan om bijvoorbeeld op
eigen grond te bouwen door eerst te slopen voordat er nieuwbouw
plaatsvindt. Dit kan niet de bedoeling zijn. Het is van cruciaal
belang dat gemeenten zich committeren aan de ontwikkeling van
sociale huurwoningen, zonder dat dit wordt belemmerd door
financiële overwegingen.
Te veel kleine gemeenten ontberen de noodzakelijke expertise op
het gebied van volkshuisvesting, vooral als het gaat om sociale
huurwoningen. Dit leidt tot besluitvorming die niet aansluit bij
de behoeften van de inwoners. Het is hoog tijd om het
beslissingsrecht over sociale huurwoningen weg te halen bij
gemeenten die hier geen prioriteit aan geven, corporaties die de
expertise hebben plannen te laten maken en
uitvoeren.

3 april 2024
Hoopvol blijven moet tocht lukken.
Aangehoord In een warme kroeg, doordrenkt van het gelach van velen, klinkt een stem die een bekend verhaal begint te vertellen. Het is een verhaal dat zich vaak ontvouwt wanneer gesprekken afdwalen naar politiek en immigratie. Kennen jullie die altijd begint over Nederlander eerst? Begint de stem, boven het rumoer uit. Altijd maar weer die buitenlanders over één kam scheren, alsof ze allemaal hetzelfde zijn. Maar laten we eens verder kijken. Is het echt zo eenvoudig?
Terwijl de woorden zich verspreiden, ontstaat er een moment van
reflectie aan de tafels. Misschien, overweegt een stem, zijn we
allemaal meer dan de labels die op ons geplakt worden. Het is
een gedachte die langzaam door de kroeg sijpelt, als een rustige
golf die de oever van vooroordelen zachtjes aanraakt.
Echt waar, vervolgt een wat krakende oudere stem met begrip.
Laten we niet vergeten dat achter elke persoon een uniek verhaal
schuilt. Een verhaal van hoop, van dromen, en soms ook van
tegenslagen. De woorden worden met bedachtzaamheid ontvangen,
een moment van stilte dat de ruimte vult.
Misschien, oppert een andere stem, doordrenkt van mededogen. Is
het niet de nationaliteit die ons verdeelt, maar eerder onze
gedeelde uitdagingen en aspiraties. Het is een gedachte die
resoneert, een brug slaand tussen verschillende perspectieven.
De avond vordert, wordt de kroeg doordrenkt met een sfeer van
begrip en verbondenheid. Want in plaats van te wijzen met
beschuldigende vingers, kiezen de aanwezigen ervoor om elkaar
vast te houden in empathie en compassie. Want uiteindelijk, te
midden van onze diversiteit, vinden we onze kracht in het samen
doorgronden van complexiteit en het omarmen van menselijkheid.
Bouwen in kleine gemeenten voor sociale samenhang
In kleine gemeenten door heel Nederland luidt een bekende kreet.
"Er is geen grond meer voor sociale huurwoningen en betaalbare
koopwoningen."
Deze situatie dreigt de sociale cohesie te ondermijnen, waarbij
jongeren, starters en mensen met een lager inkomen moeite hebben
om in hun eigen gemeenschap te blijven wonen. Maar moeten we
deze uitdaging accepteren als een onvermijdelijk lot? Absoluut
niet.
Het is de hoogste tijd voor doortastende actie van de provincie
en lokale gemeenten. We kunnen niet langer passief blijven
terwijl de woningnood in onze kleine dorpen (ook) groeit. Het is
van cruciaal belang dat de provinciale overheid en lokale
gekozen gemeenteraden en instanties samenwerken om oplossingen
te vinden die niet alleen de bouw van nieuwe woningen mogelijk
maken, maar ook de sociale samenhang versterken.
De provincie moet een leidende rol spelen door een planmatige
benadering te hanteren voor de ontwikkeling van deze kleine
gemeenten. Dit betekent dat er strategisch gekeken moet worden
naar beschikbare ruimte en mogelijkheden om nieuwe woningen te
bouwen zonder afbreuk te doen aan het karakter van de
gemeenschap. Gemeenten(raden) moeten actief worden betrokken bij
het identificeren van potentiële bouwlocaties en het ontwikkelen
van passende plannen.
Echter, dit betekent niet dat we de sociale samenhang uit het
oog moeten verliezen. Integendeel, het is van vitaal belang dat
de nieuwe woningen zorgvuldig worden geïntegreerd in de
bestaande gemeenschap, zodat er een harmonieuze omgeving
ontstaat waarin mensen van alle achtergronden zich thuis voelen.
Dit vereist een evenwichtige benadering waarbij niet alleen
wordt gekeken naar de kwantiteit, maar ook naar de kwaliteit van
de woonomgeving.
Een van de grootste obstakels die dit proces vertraagt, zijn de
langdurige procedures voor het verkrijgen van vergunningen en
het vaststellen van bestemmingsplannen. Het is onaanvaardbaar
dat deze bureaucratische rompslomp de broodnodige ontwikkeling
van nieuwe woningen in kleine gemeenten vertraagt. Daarom moeten
deze procedures worden gestroomlijnd en verkort, zodat
bouwprojecten niet jarenlang worden vertraagd door
administratieve hobbels.
We kunnen niet langer toekijken terwijl onze kleine gemeenschappen worstelen met een groeiende woningnood. Het is tijd voor actie, niet alleen van de overheid, maar van alle betrokken partijen. Door samen te werken en doortastende maatregelen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat iedereen de kans krijgt om in een betaalbare en leefbare woning te wonen, waar dan ook in Nederland. Laten we niet langer praten, maar handelen - onze kleine gemeenten verdienen niets minder dan dat.
26 februari 2024
Nadenken over ouder worden en toekomstige woonsituatie
Als mensen ouder worden en de fase van het leven bereiken waarin
hun kinderen het huis uit gaan. Heeft dit invloed op het moment
waarop mensen gaan nadenken over hun toekomstige woonsituatie.
Met de vergrijzing van de bevolking groeit ook de vraag naar
kleinere woningen waar mensen comfortabel oud kunnen worden.
Bijkomend voordeel is dat er bij deze doorstroming woningen vrij
komen waar weer meerpersoonshuishoudens kunnen wonen.
Voor veel mensen is het een punt van zorg wanneer ze beginnen na
te denken over hun toekomst wonen en doorstromen, vooral wanneer
de kinderen het huis uit zijn en de ouderdom nadert. In
Nederland is deze overgangsperiode naar een nieuwe levensfase
bijzonder relevant gezien de demografische trends. We zien een
stijging van het aantal ouderen, terwijl gezinnen steeds vaker
later worden gesticht. Vrouwen wachten langer voordat ze
kinderen krijgen en bevallen vaak pas na hun dertigste. Dit
betekent dat wanneer de kinderen de leeftijd van twintig
bereiken, de ouders meestal rond de vijfenvijftig jaar oud zijn,
of zelfs ouder.
Veel van deze gezinnen beginnen hun huizenavontuur in een
sociale huurwoning, maar na verloop van tijd overwegen ze om een
eigen woning te kopen. Dit roept belangrijke vragen op over hoe
oudere mensen worden geïnformeerd over de mogelijkheden om door
te stromen naar een kleinere woning die van alle gemakken is
voorzien.
Het is begrijpelijk dat deze overgang een bron van twijfel en
zorgen kan zijn. Immers, het gaat niet alleen om het vinden van
een nieuwe plek om te wonen, maar ook om het nadenken over
financiële zaken, de behoefte aan zorg op latere leeftijd en het
creëren van een levensstijl die past bij deze nieuwe fase van
het leven.
Het is daarom van cruciaal belang dat er goede voorlichting en
ondersteuning beschikbaar is. Dit kan variëren van informatief
advies en begeleiding bij het vinden van een geschikte woning
met informatie over zorgvoorzieningen en sociale activiteiten in
de nieuwe omgeving.
Het informeren van deze groep mensen over de mogelijkheden van
doorstromen naar een geschikte woning is van groot belang. Dit
kan op verschillende manieren worden gedaan.
Gemeenten, woningcorporaties en andere relevante instanties
spelen een belangrijke rol bij het verstrekken van deze
informatie en het bieden van ondersteuning aan mensen die
overwegen om door te stromen naar een andere woning. Door middel
van voorlichtingsbijeenkomsten, informatieve brochures en
persoonlijk advies kunnen zij twijfelaars helpen om weloverwogen
beslissingen te nemen over hun toekomstige woonsituatie.
Het is belangrijk om te erkennen dat deze overgang een
natuurlijk onderdeel is van het leven en dat het normaal is om
vragen en twijfels te hebben. Door goed geïnformeerd te zijn en
ondersteund te worden in dit proces, kunnen mensen met
vertrouwen de volgende stap zetten op hun levenspad.
19 februari 2024
Een Complexe Aanpak voor Verzorgingstekorten en Huisvesting
Het is een onderwerp dat de gemoederen flink bezighoudt is het
tekort aan verzorgingshuizen voor onze vergrijzende bevolking.
Bijna elke politieke partij spreekt er schande van, en terecht.
Maar laten we niet alleen praten over problemen, laten we
oplossingen aandragen die de toekomst tegemoet treden met een
stevige en weloverwogen aanpak.
Het is van cruciaal belang om niet alleen te kijken naar het
tekort aan zorgfaciliteiten, maar ook naar het schrijnende
gebrek aan gekwalificeerd zorgpersoneel en passende huisvesting.
Deze drie elementen zijn nauw met elkaar verbonden en vragen om
een integrale aanpak.
Allereerst moeten we erkennen dat bepaalde beroepsgroepen, zoals
politieagenten en verpleegkundigen, essentieel zijn voor onze
samenleving. Deze professionals moeten prioriteit krijgen als
het gaat om sociale huurwoningen, vooral in gebieden waar het
tekort aan dergelijke woningen acuut is. Dit is niet alleen
rechtvaardig, maar ook van vitaal belang voor het functioneren
van onze samenleving.
Daarnaast moeten we niet alleen kijken naar het bouwen van een
nieuwe vorm van “verzorgingshuizen”, maar ook naar innovatieve
oplossingen die de behoeften van zowel ouderen als zorgpersoneel
vervullen. We moeten overwegen om in bouwplannen ruimte te
creëren voor huurwoningen die multifunctioneel zijn. Dit
betekent dat een gebouw niet alleen dienstdoet als een
traditioneel verzorgingshuis, maar ook woningen bevat voor
zorgpersoneel.
Het bieden van huisvesting als secundaire arbeidsvoorwaarde voor
het aantrekken van zorgpersoneel kan een aantrekkelijk voordeel
zijn. Om ervoor te zorgen dat dit geen tijdelijke oplossing is,
moeten er robuuste contracten worden opgesteld die de
continuïteit van huisvesting waarborgen. Bij het beëindigen van
werkzaamheden van in het verzorgingshuis moet het zorgpersoneel
bijvoorbeeld een redelijke overgangsperiode krijgen om andere
huisvesting te vinden, bij voorkeur minstens een half jaar.
Dit alles vraagt om een gecoördineerde inspanning van de overheid, de private sector en maatschappelijke organisaties. Het vergt investeringen, innovatie en een langetermijnvisie. Maar als we erin slagen deze uitdagingen aan te pakken, creëren we niet alleen een betere toekomst voor onze ouderen, maar ook een veerkrachtigere en rechtvaardigere samenleving voor ons allemaal. Laten we samenwerken aan een toekomst waarin niemand aan zijn lot wordt overgelaten en waarin iedereen de zorg ontvangt en levert huisvesting krijgt die ze verdienen.
15 februari 2024
Woningbouwplannen en koudwatervrees.
Je leest regelmatig van de lancering van nieuwe
woningbouwprojecten aan de oevers van rivieren. Terwijl
ontwikkelaars trots spreken over de prachtige locatie, rijzen er
vragen over de veiligheid van deze bouwplaatsen in tijden van
mogelijke overstromingen. Het is essentieel dat bij het plannen
van dergelijke projecten rekening wordt gehouden met de
mogelijkheid van overstromingen en dat er in de nabijheid van de
bouwplannen overloopgebieden worden voorzien om de impact van
hoogwater te minimaliseren.
Verder is het belangrijk om rekening te houden met de impact van
de bouwprojecten op het milieu en het ecosysteem van de rivier.
De toename van bebouwing kan leiden tot veranderingen in de
waterkwaliteit, habitatverlies voor planten en dieren, en
verstoring van natuurlijke waterstromen. Daarom moeten
ontwikkelaars zich inzetten voor duurzame bouwpraktijken en
ecologisch verantwoord beheer van de omgeving.
Tegelijkertijd, in een tijd waarin de behoefte aan betaalbare
huisvesting steeds kritischer wordt, vereist het slimme gebruik
van beschikbare ruimte een innovatieve aanpak. De ontwikkeling
van sociale huurwoningen met geïntegreerde opslagmogelijkheden
en toegangsinfrastructuur biedt een veelbelovende oplossing voor
deze uitdaging. Het optimaliseren van ruimte voor sociale
huurwoningen is een cruciaal aspect van hedendaagse stedelijke
planning, waarbij elk aspect van het ontwerp gericht moet zijn
op efficiëntie en functionaliteit.
Verder is het belangrijk om rekening te houden met de impact van
de bouwprojecten op het milieu en het ecosysteem van de rivier.
De toename van bebouwing kan leiden tot veranderingen in de
waterkwaliteit, habitatverlies voor planten en dieren, en
verstoring van natuurlijke waterstromen. Daarom moeten
ontwikkelaars zich inzetten voor duurzame bouwpraktijken en
ecologisch verantwoord beheer van de omgeving.
Bovendien moeten deze ontwerpen rekening houden met
klimaatverandering, bijvoorbeeld wateropvang onder de woningen
te integreren of door het gebruik van bouwtechnieken zoals
bouwen op palen, zodat bij hoogwater de woningen droog blijven.
Ook moet er nieuwbeleid voorgesteld worden waarbij
parkeergelegenheid wordt gerealiseerd, exclusief voor bewoners,
om parkeerproblemen in de omgeving te minimaliseren. Dit alles
benadrukt het belang van een innovatieve aanpak die efficiënt
ruimtegebruik combineert met comfort en kwaliteit van wonen, om
een leefbare omgeving te creëren voor een diverse gemeenschap.
8 februari 2024
Beste Hardinxvelder, Giessendammer
Goed nieuws! In Hardinxveld-Giessendam hebben we onlangs een
nieuwe wethouder wonen mogen verwelkomen, die gelukkig een
frisse kijk heeft op wonen in onze gemeente. Het is bemoedigend
om te zien dat zij een andere benadering heeft dan haar
voorganger, en dat biedt hoop voor iedereen die op zoek is naar
sociale huurwoningen.
Het is geen geheim dat sociale woningbouw in onze regio sinds
2012 stil lijkt te staan. Gelukkig hebben we een actieve
woningcorporatie die graag wil bouwen, maar helaas worden deze
plannen vaak vertraagd door langdurige procedures en
uitvoeringsbesluiten die tot wel 10 jaar kunnen duren. Dit is
een situatie die dringend verbetering behoeft.
De provincie wil dat gemeenten meer betaalbare woningen bouwen,
Dit jaar krijgen enkel projecten met minstens 33 procent sociale
huur en 33 procent middenhuur of ‘goedkope koopwoningen’ (tot
355.000 euro) nog groen licht van de provincie. En mogelijk
worden de eisen volgend jaar nog strenger, dan moet 40 procent
van de nieuwbouw sociale huur zijn. Compenseren over projecten
heen mag.
Deze eisen hebben echter gemengde reacties opgeroepen bij
wethouders en gemeenten, die vrezen dat het de totale
woningbouwproductie kan remmen.
In Hardinxveld-Giessendam is het van groot belang dat we een
constructieve aanpak vinden om de woningnood aan te pakken. Hier
zijn enkele suggesties voor een initiatief dat kan worden
meegenomen in de prestatieafspraken voor 2024 en verder
Versnelde Procedures: Werk samen met de gemeente,
woningcorporaties en andere belanghebbenden om procedures voor
woningbouwprojecten te versnellen, zonder concessies te doen aan
de kwaliteit en het draagvlak.
Stimuleer samenwerking tussen de gemeente, provincie, het Rijk,
woningcorporaties, huurdersorganisaties en private partijen om
gezamenlijk doelen te bereiken. Lokale samenwerking is
essentieel om de woningbouwambities te realiseren.
Onderzoek nieuwe financieringsmodellen die de ontwikkeling van
sociale woningbouw kunnen stimuleren. Denk aan subsidies,
belastingvoordelen of publiek-private samenwerkingen.
Betrek de inwoners van Hardinxveld-Giessendam actief bij het
proces. Hun input kan waardevol zijn bij het bepalen van de
behoeften en prioriteiten op het gebied van sociale woningbouw.
Zet in op duurzame en energiezuinige woningbouwprojecten die
niet alleen voldoen aan de huidige behoeften, maar ook
toekomstbestendig zijn.
Laten we samen streven naar een evenwichtige en haalbare aanpak
voor de sociale woningbouw in ons dorp. Het is van groot belang
dat we de uitdagingen op een doordachte manier aangaan en zo een
positieve impact hebben op de beschikbaarheid van betaalbare
woningen voor alle inwoners van Hardinxveld-Giessendam.
1 februari 2024
Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen
In reactie op de antwoorden van de minister voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op de vragen van het
lid Nijboer (PvdA) over het Nationaal Fonds Betaalbare
Koopwoningen (NFBK). Hoewel het streven naar betaalbare
koopwoningen voor starters en middeninkomens een lovenswaardig
doel is, komt er met de uitwerking van het fonds die dan toch
enkele vragen en bedenkingen oproept.
Allereerst valt het op dat het initiële voorstel van stichting
OpMaat, gericht op koopstarters met een laag-middeninkomen
tussen de 40.000 en 65.000 euro, niet volledig is overgenomen in
het uitgewerkte amendement. De minister beweert weliswaar dat
het fonds geïnspireerd is door OpMaat, maar de afwijkingen zoals
de betaalbaarheidsgrens van €355.000 en de gemaximeerde korting
van €50.000 roepen vragen op over de effectiviteit van het fonds
om daadwerkelijk betaalbare woningen te realiseren voor de
beoogde doelgroep.
Verder valt het op dat de minister ervoor kiest om starters met
een huishoudinkomen van 1,5 tot 2 keer modaal in aanmerking te
laten komen voor het fonds, terwijl de groep tussen een modaal
en 1,5 modaal inkomen wordt uitgesloten. De rechtvaardiging
hiervoor is vaag en lijkt zijn gebaseerd op praktische
overwegingen, zoals de variatie in nieuwbouwprijzen en
leennormen. Het ontbreken van een duidelijke onderbouwing roept
vragen op over de eerlijkheid en rechtvaardigheid van de
regeling.
Bovendien blijft de vraag onbeantwoord wat de consequenties zijn
voor alleenstaande starters die net buiten de vastgestelde
inkomensgrenzen vallen. De minister lijkt te erkennen dat deze
groep tussen wal en schip valt, zonder aanspraak te kunnen maken
op het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen en tegelijkertijd
te veel verdient voor een sociale huurwoning.
Het ontbreken van concrete oplossingen voor deze groep
ondermijnt het streven naar gelijke kansen op de woningmarkt.
Hoewel de minister verwijst naar maatregelen om de
betaalbaarheid van wonen voor middeninkomens te verbeteren,
blijft het de vraag of deze maatregelen voldoende zijn om de
groeiende groep alleenstaande starters met een inkomen net boven
de gestelde grenzen te ondersteunen. Het voorstel om gemeenten
huisvestingsvergunningen te laten reguleren, lijkt een stap in
de goede richting, maar concrete garanties voor eerlijke
verdeling en toegankelijkheid ontbreken.
Ook roepen de antwoorden van de minister vragen op over de
rechtvaardigheid, effectiviteit en inclusiviteit van het
Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Een kritische evaluatie
van de uitwerking en aanvullende maatregelen om de genoemde
tekortkomingen aan te pakken, lijkt essentieel om daadwerkelijk
de doelen te bereiken en een eerlijke toegang tot betaalbare
koopwoningen voor alle startende huishoudens te waarborgen.
Vraag mij dan ook af of het allemaal wel is te realiseren.
Betaalbare woningen voor iedereen.
19 januari 2024
Sociale huurwoningen - Tijd voor daadkracht en regie
Afgelopen week stond wederom de schrijnende kwestie van het
tekort aan sociale huurwoningen in de schijnwerpers. Een
prangend probleem dat vraagt om concrete oplossingen en vooral
een daadkrachtig beleid. Helaas zijn er gemeentes die huiverig
zijn om deze broodnodige woningen te bouwen, uit vrees voor
vermeende kosten en zorgen over potentiële bewoners met een
'rugzakje'. Het wordt hoog tijd om deze terughoudende gemeentes
op non-actief te zetten en de regie in handen te geven van
sociale woningcorporaties, die de belangen van de gemeenschap
beter begrijpen.
In gemeentes waar de meerderheid in de gemeenteraad berust bij
partijen die niet begaan zijn met de sociaal zwakkeren, dient er
juist een versterkte rol voor sociale corporaties te komen. Het
is niet aan de gemeenteraad om grondposities aan te kopen; deze
taak behoort tot het domein van hogere instanties. Het aanwijzen
van gronden die kunnen worden onteigend moet op regelmatige
basis gebeuren om de vaart in het bouwproces te houden.
Het bouwen van woningen moet eveneens een stuk eenvoudiger
worden. We kunnen niet langer blijven hangen in bureaucratische
processen die tien jaar of langer in beslag nemen. Het is
duidelijk dat er te veel overheidslagen zijn die hun ideeën op
het proces loslaten, waardoor de realisatie van sociale woningen
wordt vertraagd. Het is hoog tijd om deze lagen te
vereenvoudigen en te versnellen, zodat we sneller resultaten
boeken.
Het aankopen van grond en het bouwen van woningen zijn cruciale
stappen die niet in de schaduw van bureaucratie mogen
verdwijnen. Door de verantwoordelijkheid bij de juiste
instanties te leggen en processen te stroomlijnen, kunnen we een
snellere en efficiëntere aanpak garanderen. Laten we samen
streven naar een beleid dat niet alleen daadkrachtig is, maar
ook de belangen van de sociaal zwakkeren in onze samenleving
prioriteit geeft.
Het is tijd om de handen uit de mouwen te steken en te bouwen
aan een toekomst waarin niemand hoeft te vrezen voor een gebrek
aan betaalbare huisvesting.
10 januari 2024
Voor potentiële sociale huurders blijft de situatie zorgelijk
Het recent geïntroduceerde pakket aan wetten en wetswijzigingen
op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening, dat vanaf 1
januari 2024 van kracht is, belooft een impact te hebben op
verschillende aspecten van de woningmarkt, maar lijkt vooral een
negatieve invloed te hebben op potentiële sociale huurders. Deze
voorstellen lijken hen opnieuw het meest te benadelen.
Voor potentiële sociale huurders blijft de situatie zorgelijk
omdat veel van de voorgestelde maatregelen niet direct het
tekort aan betaalbare sociale huurwoningen aanpakken. Ondanks
inspanningen van onder andere Hugo de Jonge en het parlement
ontbreken concrete acties die leiden tot meer beschikbare en
betaalbare sociale huurwoningen. Hoewel de afschaffing van de
marktverkenning voor corporaties mogelijk een verschuiving kan
veroorzaken naar meer middenhuurwoningen, blijft het onzeker of
het gestelde doel van 50.000 middenhuurwoningen door corporaties
tegen 2030 daadwerkelijk behaald zal worden.
Voor particuliere huurders is de situatie gemengd. Enerzijds
wordt er een rem gezet op huurstijgingen voor vrijesector
huurwoningen, wat een positieve stap lijkt om de betaalbaarheid
te waarborgen. Anderzijds geldt deze beperking niet voor sociale
huurwoningen, waar de huurverhoging enkel gebaseerd is op de
loonontwikkeling. Dit kan resulteren in een relatief sterkere
stijging van de huren van gereguleerde woningen in 2024 ten
opzichte van vrijesector huurwoningen, waardoor de last voor
sociale huurders mogelijk verzwaard wordt.
Om sociale huurders ook een positief toekomstperspectief te
bieden, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk om de
betaalbaarheid van hun woningen te verbeteren. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren door het vergroten van het aanbod aan
sociale huurwoningen van net boven de liberalisatiegrens en het
creëren van meer diversiteit in woningtypen.
Het is van cruciaal belang dat de overheid blijft streven naar
een evenwicht tussen het stimuleren van woningbouw en het
waarborgen van betaalbaarheid, met specifieke aandacht voor de
behoeften van de sociale huurders. Een dergelijke benadering zou
kunnen bijdragen aan een meer inclusieve en toegankelijke
woningmarkt voor alle Nederlanders. Er moet naar gestreefd
worden om sociale huurders een helder perspectief te bieden,
niet jaarlijks automatisch de huurstijgingen vast te stellen.
Door het aanbod en de diversiteit van sociale huurwoningen te
vergroten maak je ook ruimte voor de noodzakelijke doorstroming.
Dit zou de weg effenen naar een meer rechtvaardige en
evenwichtige huisvestingsomgeving voor allen.
3
januari 2023
Evenwicht vinden in Toewijzing en Besluitvorming
De discussie over de toewijzing van sociale huurwoningen is de
laatste tijd in een stroomversnelling geraakt. Er wordt veel
gesproken over verschillende groepen die recht hebben op deze
woningen van statushouders tot zorgmedewerkers en mensen
werkzaam bij de politie. Echter, te midden van deze gesprekken
lijken de reguliere woningzoekenden en langdurige huurders die
al geruime tijd ingeschreven staan bij sociale woningcorporaties
uit het oog te worden verloren.
De vraag die steeds vaker opduikt is of er niet te veel
organisaties en instanties zijn die zich bemoeien met deze
toewijzingen, wat leidt tot vertragingen en het uitblijven van
doortastende beslissingen. De impasse lijkt voort te duren,
waarbij degenen die al lange tijd wachten op een sociale
huurwoning geen vooruitgang zien.
Het is van cruciaal belang om de balans te vinden tussen het
bedienen van verschillende behoeften en het garanderen van
eerlijke kansen voor alle woningzoekenden. Echter, in de huidige
complexe structuur lijkt het erop dat de besluitvorming
verstrikt raakt in een web van regels en voorschriften, waardoor
het proces onnodig vertraagd wordt.
Een interessant voorstel dat naar voren komt in deze discussie
is om de woningcorporaties meer bevoegdheid te geven in het
besluitvormingsproces. Door hen het volledige beslissingsrecht
te geven, zou dit de mogelijkheid bieden om sneller en
efficiënter te handelen bij de toewijzing van sociale
huurwoningen. Deze benadering kan de langdurige wachttijden
verminderen en een eerlijker systeem voor alle woningzoekenden
tot stand brengen.
Door de verantwoordelijkheid voor toewijzingen rechtstreeks bij
de woningcorporaties te leggen, kunnen zij een meer gerichte
aanpak hanteren die rekening houdt met zowel urgente behoeften
als de belangen van mensen die al lang op de wachtlijst staan.
Dit zou kunnen resulteren in een meer doeltreffende en
rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen, waarbij
rekening wordt gehouden met alle verschillende belanghebbenden.
Natuurlijk zijn er zorgen en overwegingen die gepaard gaan met
een dergelijke verschuiving van bevoegdheden. Het is van belang
om ervoor te zorgen dat de transparantie, verantwoording en
eerlijkheid binnen het toewijzingsproces gewaarborgd blijven.
Daarom is het noodzakelijk om strikte richtlijnen en
controlemechanismen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de
belangen van alle betrokkenen worden behartigd.
Al met al is de tijd rijp om het debat over de toewijzing van sociale huurwoningen opnieuw te bekijken en te heroverwegen wie er betrokken moet zijn bij het besluitvormingsproces. Het geven van meer autonomie aan de woningcorporaties kan een veelbelovende stap zijn om een efficiënter en rechtvaardiger systeem te creëren, waarbij de behoeften van alle woningzoekenden worden erkend en vervuld.