Huurders aan Top
and responsive to boot
Omnivera en Goed Wonen Zederik
"Huurders aan top"
Koersdocument Omnivera - Goed Wonen Zederik
Voorwoord
Dit document onderbouwt en geeft richting aan het voornemen voor vergaande samenwerking/fusie. Het is een analyse van de huidige situatie maar vooral een blik vooruit naar de strategie van de nieuwe organisatie. We beschrijven op hoofdlijnen waar de nieuwe organisatie voor staat en hoe wij de volkshuisvestelijke en maatschappelijke inzet gaan vormgeven en uitvoeren.
De bedragen die in de diverse paragrafen worden vermeld zijn
ingegeven onder de huidige omstandigheden (zoals wet- en
regelgeving en financiële mogelijkheden) en verwachtingen.
Het spreekt voor zich dat als ontwikkelingen duidelijk
aanpassingen noodzakelijk maken, hierop wordt geanticipeerd.
In het kort een toelichting op de inhoud van de diverse
paragrafen.
Paragraaf 1, Inleiding
In de inleiding geven we een korte beschrijving van de beide
organisaties en de aanleiding voor het onderzoek voor
vergaande samenwerking. We geven aan welke meerwaarde er te
verwachten is.
Paragraaf 2, Missie
Met de missie geven we aan welke lokale
maatschappelijke/volkshuisvestelijke bijdrage Omnivera -
Goed Wonen Zederik (O/GWZ) voor ogen heeft.
Paragraaf 3, Visie
In de visie-paragraaf leest u in welk perspectief O/GWZ haar
ambities ziet en hoe zij de lange termijnontwikkeling
beoordeelt.
Paragraaf 4, Kernwaarden en Ambities
Met de kernwaarden tonen we waar O/GWZ voor staat en welke
ambities wij daaraan verbinden in de nieuwe samenwerking.
Paragraaf 5, Strategie
In de strategie-paragraaf omschrijven we hoe O/GWZ de inzet
en inspanningen bepaalt om de doelen te realiseren. Wij
stellen daarbij de (toekomstige) huurder centraal.
Paragraaf 6, Beleid
De resultaten die we willen bereiken en welk beleid we op
hoofdlijnen gaan voeren beschrijven we in de
beleidsparagraaf. Hier gaan we in op dienstverlening,
participatie, leefbaarheid, huurbeleid, en vastgoedbeleid.
Paragraaf 7, Organisatie
De inrichting van de nieuwe organisatie en wat de kenmerken
zijn beschrijven we in de organisatie paragraaf. Aan bod
komen de cultuur en structuur.
Paragraaf 8, Financiën
In deze slotparagraaf geven we aan hoe O/GWZ ervoor wil zorgen dat zij een financieel gezonde positie behoudt en de continuïteit waarborgt.
1. Inleiding
Omnivera en Goed Wonen Zederik zijn twee van de zeven
woningcorporaties die werkzaam zijn in de regio
Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Op diverse beleidsterreinen
werken deze corporaties al jaren samen. We zien dit onder
meer bij de totstandkoming van de regionale woonvisie, de
regionale huisvestingsverordening en het opzetten van een
interregionaal woonruimteverdeelsysteem.
Beide woningcorporaties vertalen hun volkshuisvestelijke
inzet naar actieve samenwerking met lokaal betrokken
huurdersorganisaties (platform, vereniging, commissies) en
lokaal maatschappelijke instellingen. Met
tevredenheidsmetingen is het oordeel van de huurders
getoetst. Er is er altijd een goede score behaald. Met hun
eigen gemeente als belangrijke stakeholder hebben Omnivera
en Goed Wonen Zederik ieder een constructieve samenwerking.
Omnivera is werkzaam in de gemeente Hardinxveld-Giessendam
en Giessenlanden. Zij heeft een portefeuille van ruim 2100
woningen. 60% hiervan zijn eengezinswoningen en overige
grondgebonden woningen. 98% van de woningvoorraad behoort
tot de sociale huursector (tot € 700,-). In de
ontwikkelportefeuille zitten ongeveer 100 nieuwbouwwoningen
en 100 te slopen woningen. Het personeelsbestand omvat 26
fte's.
Goed Wonen Zederik is werkzaam in de gemeente Zederik en
heeft een woningvoorraad van ruim 1050 huurwoningen en
ongeveer 170 VoV-woningen (verkoop onder voorwaarde) . In de
afgelopen 6 jaar zijn er ongeveer 250 nieuwbouwwoningen
opgeleverd. Er is een beperkte ontwikkelportefeuille. Ruim
95% van de woningen heeft een huurprijs tot € 700,-. Ruim
80% van de voorraad zijn eengezinswoningen en overige
grondgebonden woningen. Het personeelsbestand omvat 13
fte's.
1.1Trends en ontwikkelingen
In de corporatiesector en op de woningmarkt heeft zich de
afgelopen jaren een aantal ingrijpende trends en
ontwikkelingen doorgezet:
Inperking doelgroep woningcorporatie
Vanaf 2011zijn er vanuit Brussel en vanuit Den Haag
maatregelen getroffen om de omvang van de voorraad sociale
huurwoningen terug te brengen. Zo zijn er strikte
toewijzingsnormen opgesteld op basis van maximale
inkomensgrenzen. Er zijn verder strikte financieringsregels
en voorwaarden gesteld aan activiteiten waarvoor staatssteun
is toegestaan (DAEB/niet-DAEB).
Inperking investeringsruimte
Door de saneringsheffing, de VPB-verplichting en sinds 2013
de verhuurdersheffing, zijn corporaties genoodzaakt
financieel in te leveren. Tot 2018 gaat het in totaal om
bijna € 8 miljard. Minder investeringsmogelijkheden betekent
een verdere krimp en kwaliteitsvermindering in de
huursector.
Effect van de crisis
De gemiddelde koopkracht is fors gedaald. Het belang van de
huursector neemt toe. En daarbij ook de zorg voor de
betaalbaarheid van een sociale huurwoning. Het inzakken van
de koopwoningmarkt betekent inkrimping van een extra
inkomstenbron voor woningcorporaties.
Vergrijzing
Door vergrijzing is er sprake van een toename van het
aandeel één- en twee persoonshuishoudens.
dit leidt tot een toenemende behoefte naar kleinschalige
woonvormen.
Wonen & zorg
Door nieuwe regelingen in de zorg ontstaat er in de komende
jaren een toenemende vraag naar (aanpasbare) woningen om zo
lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Zeker met
oog op de overlap van de doelgroep van woningcorporaties en
zorginstellingen wordt dit een belangrijk vraagstuk in de
toekomst.
Duurzame woningvoorraad
Toekomstgericht bouwen, verbouwen, onderhouden en beheren
betekent een accentverschuiving naar verantwoord
materiaalgebruik (milieu), de noodzaak tot aanpasbaarheid
(geschikt voor meerdere doelgroepen), efficiënte bouwvormen
en energiezuinigheid (als onderdeel totale woonlasten).
Governance & bedrijfslasten onder de loep
De excessen in de sector hebben ertoe geleid dat het
handelen van de sector al een tijd onder het vergrootglas
ligt. Specifiek geldt dit voor de besluitvormingsstructuur,
de risico's en de wijze waarop toezicht wordt gehouden.
Daarnaast zien we ook dat de norm van bedrijfslasten steeds
scherper wordt en de Governancekosten verder worden beperkt
door de onlangs ingevoerde Wet Normering Topinkomens
Herziening Woningwet
Het voorstel voor de nieuwe woningwet voorziet in een
duidelijke verschuiving in de sector:
de corporatie moet zich richten op de kerntaken en de
financiering van activiteiten;
De versterking van de positie van gemeenten richting toegelaten instellingen;
corporaties mogen niet buiten de regionale schaal werken om
daarmee de grootte van corporaties te beperken;
De verscherping van vormgeving van het toezicht op
toegelaten instellingen.
Tegen de achtergrond van bovenstaande trends en
ontwikkelingen, hebben Omnivera en Goed Wonen Zederik ieder
voor zich stappen gezet om te anticiperen op de veranderende
omgeving.
1.2 Aanleiding tot vergaande samenwerking/fusie
Omnivera heeft in 2012 haar organisatie gekanteld van een
vastgoedonderneming met een sociale missie naar een sociale
instelling met een ondernemende taak. Hierbij is meteen ook
een bezuinigingsdoelstelling in de bedrijfslasten
doorgevoerd die onder andere een afname in het aantal fte's
tot gevolg had. In 2014 is deze bezuinigingsdoelstelling
volledig bereikt. De koers richting huurdersgerichte
benadering krijgt de komende tijd nog meer vorm.
Goed Wonen Zederik is in 2013 gestart met een
heroriëntatietraject over de toekomst. Het verhogen van
schaalgrootte voor het verbeteren van de prestaties, de
noodzaak tot opvolging van de directeur-bestuurder, de
kwetsbaarheid van de organisatie en de ontwikkelingen in de
sector waren de redenen voor deze heroriëntatie. Conclusie
was dat verdergaande samenwerking of fusie noodzakelijk is
om de organisatie te versterken (verminderen financiële en
personele kwetsbaarheid en versterken professionaliteit},
met oog voor regionale verbinding en toegankelijkheid, en
binnen het kader van financiële continuïteit.
1.3 Meerwaarde
Bij het bepalen van de meerwaarde spelen de volgende
overwegingen een rol:
Beide corporaties werken in dezelfde woningmarktregio en
hebben een gedeelde visie over lokale verankering en lokaal
actief zijn. De organisaties kenmerken zich door het werken
voor dorpskernen. Daarnaast hebben Omnivera en Goed Wonen
Zederik op verschillende momenten en in verschillende
omstandigheden behoefte aan versterking van de financiële
positie en continuïteit om de ambities te kunnen blijven
waarmaken. Beide corporaties willen deze middelen graag
inzetten voor de volkshuisvesting in de regio. Maar dan wel
op een wijze die past binnen gezamenlijk gekozen
doelstellingen. Daarmee kunnen partijen samen invulling
geven aan de matching van taken en middelen.
Omnivera en Goed Wonen Zederik willen met een vergaande
samenwerking een duidelijke meerwaarde realiseren op een
aantal terreinen:
Meerwaarde voor huurders,
Meerwaarde voor de lokale volkshuisvesting, meerwaarde voor
dorpskernen,
meerwaarde
voor medewerkers.
De meerwaarde voor de huurders bereiken we door een betere
borging van de betaalbaarheid van het wonen. In de basis zal
het huurbeleid na de samenwerking niet wijzigen. Het
huurbeleid van beide organisaties is vergeleken en daaruit
blijkt dat het beleid van beide corporaties weinig van
elkaar afwijkt. Bij betaalbaarheid kijken we vooral naar een
goede prijs/kwaliteitverhouding en naar de totale
woonlasten. Investeringen in de verduurzaming van het bezit
leidt tot lagere energielasten voor de huurders. Dit beleid
kan, door een samenwerking, versneld worden uitgevoerd.
De invloed van huurders (participatie) en de efficiency van dienstverlening kunnen we door schaalvergroting (expertise en financiën) en onze lokale verankering verder uitbouwen. We bouwen voort op ons huidige beleid.
De volkshuisvestelijke meerwaarde en de meerwaarde voor de
dorpskernen vertaalt zich in een grotere en duurzamere
beschikbaarheid van financiële middelen voor leefbaarheid en
kwaliteit van de woningvoorraad. De financiële middelen van
beide corporaties kunnen in de diverse dorpskernen en voor
die volkshuisvestelijke opgaven worden ingezet waar de
behoefte het grootst is en daardoor in maatschappelijke zin
het hoogste maatschappelijk rendement oplevert. Een volgende
meerwaarde voor de kernen is dat de fusiecorporatie een
groter netwerk krijgt en zodoende beter in staat is door
samenwerking met andere maatschappelijke organisaties en
instellingen ketens van zorg en welzijn te vormen en daarmee
in te spelen op nieuwe initiatieven en ontwikkelingen. Door
samenwerking met deze organisaties kunnen nieuwe
initiatieven sneller worden overgenomen. Onder de voorwaarde
dat de lokale verankering gewaarborgd is in de nieuwe
organisatie, gaat de gemeente meer profiteren van een
corporatie die op diverse plekken nieuwe zaken kan
uitproberen of al heeft bewezen te kunnen uitvoeren. Een
grotere en professionelere organisatie betekent daarmee een
aantrekkelijke samenwerkingspartner voor de lokale
stakeholders.
Vergaande samenwerking betekent voor de organisatie dat de
bedrijfskosten beter beheersbaar zijn en het biedt meer
mogelijkheden voor bedrijfslastenreductie. De opschaling
biedt zowel mogelijkheden voor vergroting van de
doelmatigheid als verbetering van efficiency. De
continuïteit van de bedrijfsvoering is beter gewaarborgd
door samenvoeging van middelen.
De samenwerking biedt meer mogelijkheden voor
professionalisering en flexibilisering. De organisatie is
een aantrekkelijkere werkgever. Voor de medewerkers biedt
het meer kansen en mogelijkheden voor loopbaanmogelijkheden.
De werkgever heeft meer mogelijkheden om in te spelen op de
persoonlijke omstandigheden van zijn personeel.
1.4 Fusie
Om deze meerwaarde te bereiken staat een aantal samenwerkingsvormen ter beschikking. Voor Omnivera en Goed Wonen Zederik is naar de meest passende varianten gekeken:
1. Samenwerking in een gezamenlijke backoffice
2. Fusie: één regionale
organisatie met lokale verbinding
Gezamenlijke BackOffice
Verdergaande samenwerking in een backoffice kan een
belangrijke meerwaarde opleveren in het professionaliseren
van de organisatie. Gefaciliteerd vanuit een goede
huisvesting en ICT ligt deze meerwaarde op het verminderen
van de kwetsbaarheid (front- en backoffice), het verder
professionaliseren en robuuster maken van de organisatie
(kwaliteit, capaciteit, kennis en kunde). Een backoffice
werkitvanunuitt één locatie is daarin een cruciale
succesfactor. Dit alles is uiteindelijk een goede basis om
op langere termijn met optimalisatie minimaal hetzelfde dan
wel een hoger niveau van (digitale) dienstverlening te
realiseren
Met deze vorm van samenwerking is de lokale autonomie van
beide organisatie in de eigen gemeente nadrukkelijk
aanwezig. Dit kan een voordeel zijn in de relatie met lokale
belanghouders en de lokale politiek.
Het behoud van autonomie betekent wel dat er nog steeds sprake is van 2 corporaties. Je blijft dan kosten in tijd en geld maken voor twee corporaties (onder andere 2x communicatie, 2x beleid, 2x
SVB, 2x (onderhoudsbegroting, 2x jaarrekening, 2x bestuur en
raad van commissarissen, 2x verantwoording naar externe
toezichthouders, 2x accountantscontrole). Bovendien worden
er ook extra kosten gemaakt voor backoffice zelf (begroting,
verslaglegging en controle) .
Fusie
Ook bij fusie is er sprake van dezelfde meerwaarde in de
professionalisering als bij samenwerking in een gezamenlijke
backoffice. Een bijkomend voordeel bij fusie is de
duidelijke kostenbesparing door de samenvoeging tot één
organisatie. De fusieorganisatie heeft maar één bestuur en
één raad van commissarissen. Er is vanzelfsprekend sprake
van één begroting, één jaarrekening, één beleid, eenmaal
controle, eenmaal verantwoording, etc, etc. Bij fusie
veranderen de nuances in beleid van de fuserende partners en
wordt dat één nieuw beleid. Als er weinig verschillen zijn
is dat geen probleem, als er veel verschillen zijn vraagt
dit meer aandacht. Met een fusie is er niet meer sprake van
een autonomie in de lokale situatie zoals dit het geval is
bij samenwerking met een gezamenlijke backoffice. Aan de
lokale verankering zal de fusieorganisatie naar de lokale
stakeholders extra aandacht moeten geven.
Af weging
Die dubbele kosten in tijd en geld bij samenwerking in een
gezamenlijke backoffice verdwijnen bij fusie. Dit
kostenaspect weegt in de afweging zwaarder dan het voordeel
van de eigen lokale autonomie bij verdergaande samenwerking.
Fusie levert daarmee een hogere meerwaarde op dan
verdergaande samenwerking.
De genoemde meerwaarde op de verschillende terreinen is dus
het best te realiseren als er uitwisseling in personeel,
kennis en financieel vermogen mogelijk is: samengaan via een
fusie. Een fusie is geen doel op zich, maar de beste manier
om deze meerwaarde te creëren. Vanwege de genoemde
overwegingen kiezen Omnivera en Goed Wonen Zederik
nadrukkelijk voor een fusie.
1.5 Verkenning toekomst
In de regio Vijfheerenlanden-Alblasserwaard zijn door gemeenten stappen gezet om gemeentelijke herindelingen concreet te onderzoeken. Het is realistisch te veronderstellen dat door herindelingen de visie op de regio en de samenstelling ervan verandert. Omnivera en Goed Wonen Zederik sluiten niet uit dat daardoor samenwerking met andere woningcorpoesti esich zal kunnen aandienen en mogelijk wenselijk is.
2. Missie
Omnivera
De huidige missie richt zich op goede huisvesting voor
iedereen in Hardinxveld-Giessendam. In de eerste plaats op
de huisvesting van huishoudens met lagere inkomens en andere
kwetsbare groepen. Onder de kwetsbare doelgroepen vallen
bijvoorbeeld mensen met een lichamelijke of geestelijke
beperking, ouderen, statushouders en urgentiehouders. Voor
deze doelgroepen houdt Omnivera voldoende betaalbare
woningen toegankelijk. Ondanks de EU-beschikking ziet zij de
groep middeninkomens (€ 34.000, - tot € 43.000, -} ook als
doelgroep.
Omnivera doet er alles aan om onze rol als maatschappelijk
betrokken woningcorporatie waar te maken. Dit doet ze door
te zorgen voorgoed wonen, nu en in de toekomst. En dat is
meer dan het voorzien in een goede en betaalbare woning.
Mensen moeten zich echt thuis voelen. Omnivera spant zich in
voor een aantrekkelijke, veilige woonomgeving, waarbij
huurders zelf ook een keuze hebben. Haar missie luidt:
"Samenwerken aan Wonen naar Wens"
Goed Wonen Zederik
In haar huidige missie zet Goed Wonen Zederik zich zo goed
mogelijk in voor al diegenen met een behoefte aan
woonruimte. De primaire doelgroep - mensen die om
verschillende redenen niet zelfstandig in hun woonruimte
kunnen voorzien - blijft voor Goed Wonen Zederik van groot
belang. Zij kiest daarnaast voor een verbreding van
klantgroepen en wenst ook voor haar andere belanghouders een
partner te zijn.
Wonen staat centraal. De samenwerking met onze externe partners wordt steeds belangrijker om samen de maatschappelijke agenda te realiseren. Niet alleen om onze woningen zo goed mogelijk te beheren, maar ook om een brede, actieve bijdrage te leveren aan de opbouw van de dorpsgemeenschappen binnen de gemeente Zederik. Goed Wonen Zederik gaat voor leefbare dorpskernen en maakt voor elke dorpskern een plan.
De huidige missie luidt:
"Samen werken aan wonen in een aantrekkelijke
dorpsomgeving".
Beschouwing
Beide woningcorporaties werken samen aan wonen. Zij zien een
samenleving waarin trends in de markt zich snel opvolgen en
ontwikkelingen in de volkshuisvesting zich toespitsen op de
kern van de zaak: wonen voor de doelgroepen en de
betaalbaarheid van het wonen.
De overheid bakent het speelveld af en stelt nieuwe spelregels vast. Zo heeft de primaire doelgroep in 2014 een jaarinkomen tot € 34.678, -. Maar ook de lagere middeninkomens tot €43.000,- vinden moeilijke hun weg op de woningmarkt, zodat zowel Omnivera als Goed Wonen Zederik voor zich een rol zien weggelegd om voor deze middeninkomens passende huisvesting te bieden. Het kabinet ziet het probleem van de lagere middeninkomens ook en heeft het voorstel gedaan om de toewijzingsgrens te verruimen tot € 38.000, -.
Het handelen van Omnivera en Goed Wonen Zederik wordt bepaald door de behoeften van de doelgroepen in haar woningmarktgebieden en de mate waarin de markt zichzelf hierin voorziet. De ruimte dient aan de markt ook gegund te worden. Omnivera en Goed Wonen Zederik anticiperen daarop en stellen dat tot € 38.000, - de taak primair bij de corporatie ligt.
3. Visie
Omnivera
4 Thuis
in de woning
Klanten
zijn tevreden en wonen naar wens. Keuzevrijheid in zowel
woning, onderhoud
van de woning en dienstverlening als voor een deel
keuzevrijheid ook tussen huur- en koopwoning. Omnivera is
klantgericht en denkt mét de klant mee. Hiervoor is het van
belang dat klanten ervaren dat Omnivera goed bereikbaar is.
4 Thuis
in de buurt
Bewoners wonen tevreden in hun
buurt en ervaren dat zij hier
zelf invloed
op kunnen hebben. Omnivera is actief in de buurt zodat de
buurt schoon, heel en veilig is en
blijft.
4 Thuis
in Hardinxveld-Giessendam
Omnivera wil dat
inwoners Hardinxveld-Giessendam een leefbaar dorp vinden.
Omnivera wil bijdragen aan de bredere maatschappelijke
opgave. Daarom zet zij zich in voor zorgwoningen,
maatschappelijke voorzieningen, leren en werken en is
duurzaamheid een belangrijk thema.
Goed Wonen Zederik
Goed Wonen Zederik vindt de kwaliteit van de service aan de
klant van essentieel belang. Ze gaat voor maatwerk waarin de
wensen van zowel huurders als kopers tot uitdrukking komen.
Goed Wonen Zederik wil keuzevrijheid bieden aan haar klanten
in de vorm van een uitgebreider aanbod producten en diensten
en in haar beleid ten aanzien van zelf aangebrachte
voorzieningen. Keuzevrijheid voor alle klanten staat voor
Goed Wonen Zederik centraal. Klanten kunnen met Te Woon
kiezen of ze hun woning willen kopen of huren. De woningen
worden doelgroep neutraal aangeboden; dus geen specifieke
nieuwbouw en woningtoewijzing voor verschillende doelgroepen
Bij haar
activiteiten
en beleid betrekt
Goed Wonen Zederik naast
de huurders ook de belanghouders, zoals de gemeente, de
zorginstellingen, de welzijnsorganisaties en andere
organisaties met een maatschappelijke doelstelling. Goed
Wonen Zederik ziet niet alleen de woning, maar ook de
woonomgeving en de leefbaarheid als bepalende factoren voor
woonplezier en werkt er aan mee dat deze beter worden. Onder
haar doelgroepen hebben er twee bijzondere aandacht: de
ouderen en de starters. Ouderen willen de regie over hun eigen
leven behouden en vaak zo lang mogelijk in hun vertrouwde
omgeving blijven. Voor starters moet er voldoende passend
aanbod zijn om hen aan de dorpsgemeenschap te blijven
verbinden.
Beschouwing
Wij zien
een aantal trends en ontwikkelingen die onze visies
aanscherpen. De internationalisering met een wereldwijde
economische verwevenheid, heeft juist ook effect op lokaal niveau.
De roep om meer aandacht voor lokale verschillen
en kleinschaligheid,
voor groepsverbanden, culturele diversiteit en daarmee de
menselijke schaal neemt toe. Dit betekent ook meer aandacht
voor de eigen
woon- en leefomgeving als plek
waar netwerken tot stand komen en bewoners een bijdrage
leveren aan de sociale samenhang in de wijk
of buurt.
De staat draagt niet langer de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg en het welzijn van de burgers. Er ontstaat een nieuwe balans tussen overheid, maatschappelijk middenveld, de burger en de private sector met een verschuiving van verantwoordelijkheden {bezuinigingen, privatisering en deregulering). Dit vraagt om een intensivering van bestaande en nieuw op te zetten netwerken, waarin vanuit een gezamenlijk belang wordt gehandeld en resultaat wordt geboekt.
Met het oog op het realiseren van gemeenschappelijke
doelstellingen en het verhogen van efficiency, werken
gemeenten en provincies steeds meer samen. Zowel formeel als
informeel neemt de strategische regionale samenwerking toe,
worden samenwerkingsverbanden opgeschaald en verzakelijkt.
4. Kernwaarden en Ambities
Omnivera
Betrouwbaar
Een betrouwbare huisvesters, samenwerkingspartner en
werkgever; kwaliteit staat hoog in het vaandel, net als
vertrouwen.
In ontwikkeling
Een gezonde en lerende organisatie die toekomstgericht is.
Samen
Samenwerken als een betrokken organisatie voor zowel de
klanten (huurders en niet-huurders), medewerkers als
partners.
Goed Wonen Zederik
Onderscheidt zich op de volgende kernwaarden:
Maatschappelijk betrokken
De maatschappelijke doelstelling is ervoor te zorgen dat
zowel de primaire doelgroepen als de andere doelgroepen
adequaat worden bediend. Door deze maatschappelijke
betrokkenheid weet Goed Wonen Zederik wat er speelt in de
dorpskernen en kan zij samen met externe partners werken aan
verbetering.
Klantgericht
Het denken vanuit de klant is het centrale kenmerk. Dit
betekent het verkennen van de - collectieve en individuele -
woonwensen van klanten en daar het beleid en de werkwijze op
te baseren. Medewerkers hebben het inlevingsvermogen om mee
te denken met de klant.
Ondernemend
De doelen komen op ondernemende wijze tot stand.
Ondernemerschap betekent het bestaande diensten- en
productenpakket uitbreiden als klanten en belanghouders daar
behoefte aan hebben, kansen zien en kansen benutten en het
daadwerkelijk realiseren van de plannen.
Beschouwing
Mensen staan steeds meer als individu in de samenleving.
Individuele waarden, verwachtingspatronen en levensstijlen
zetten enerzijds druk op de onderlinge solidariteit.
Anderzijds leidt zij tot een toenemende (behoefte aan)
vrijheid. Zo ook op de woningmarkt. Er is een grotere
behoefte aan aanpasbare en naar eigen smaak in te richten
woningen. En ook het flexibel product 'huur' lijkt terrein
te winnen.
De productiefactor kennisneemt een steeds belangrijke plaats
in. Bovendien wordt kennis, via de digitale weg en de
multimedia gedeeld en is zo voor een grotere groep
beschikbaar. Dit vergroot tevens de roep om transparantie en
verantwoording.
Woningcorporaties moeten op een andere manier naar de
samenleving en economische logica kijken. Zeker doordat er
een breder pallet aan ICT-mogelijkheden is. Ook dienen zij
efficiënter om te gaan met de middelen en het plaatsen van
de geleverde inzet in het licht van toekomstige generaties
(duurzaamheid).
Wij denken vanuit de positie van onze
(toekomstige) huurders. Dit betekent dat er
ruimte is voor |
|
Van een passende woning. Wij faciliteren onze
(toekomstige) huurders en leveren een 24/7 |
|
(Digitale) dienstverlening. Onze medewerkers
leven zich in de behoeften in van onze
doelgroepen |
|
|
Wij sluiten aan op de marktvraag door onze
inspanningen bij het beheer, renoveren, slopen
en |
|
Nieuw bouwen van onze woningvoorraad. Wij
dragen bij aan een duurzame wereld door |
|
Duurzaam te bouwen en te verbouwen en het
treffen van energiebesparende maatregelen die de |
|
Kooldioxide-uitstoot verminderen. Na 2020 hebben
wij in principe alleen woningen duurzaam in |
|
Exploitatie met een gemiddeld energielabel B. |
|
5. Strategie
Beschouwing
De agenda voor de aankomende jaren wordt bepaald door de
combinatie tussen een opgave die blijft, maar met een
verdere beperking op de bewegings- en investeringsruimte.
Een beperking die het Rijk ons voor een deel oplegt. Men
verwacht van ons minstens eenzelfde inspanning als in het
verleden, maar we hebben minder middelen tot onze
beschikking. Welke effecten verwachten we waarop we onze
strategie moeten richten:
De aandacht komt meer te liggen op de kerntaak en is gericht op het bedienen van de primaire doelgroep. Door verkoop en herstructurering (sloop/nieuwbouw) neemt de woningvoorraad af en ligt de focus op sociale verhuur.
De kwaliteit van de woning neemt toe. Dit geldt zowel voor
de technische aspecten als voor de aanpasbaarheid ervan.
Deze kwaliteit bepaalt in belangrijke mate de toekomstige
verhuurbaarheid. Dit betekent dat markt- en doelgroep
ontwikkelingen goed gevolgd moeten worden. Denk daarbij aan
een verwachte toename van één- en tweepersoonshuishoudens en
de groep ouderen boven 75 jaar. Dit vraagt om een constante
strategische toets van de portefeuille.
We zien plannen voor herindeling van gemeenten en
samenwerkings- of fusieplannen bij andere maatschappelijke
partners. Met de aandacht voor de lokale gemeenschap neemt
ook het belang van de regionale woningmarkt toe. Dit geldt
zowel in te maken afspraken over woningtoewijzing, als bij
het afzetten van de woningvoorraad in een groter gebied met
meer oog voor risicospreiding.
Vanuit een grotere schaal zijn we in staat zijn om de
organisatorische kwetsbaarheid te verminderen, en
professionaliteit vast te houden. Op operationeel niveau
blijven we verankerd in de lokale gemeenschap. Die
verbinding vindt plaats via het wonen en de leefbaarheid. Op
strategisch niveau vindt de afstemming meer plaats op het
niveau van de regio, waaronder de positionering van de
vastgoedportefeuille.
6. span> Beleid
Inleiding
De ambitie is om de wensen, behoeften en ontwikkeling
van onze huidige en toekomstige
doelgroepen helder op het netvlies te hebben. Daarop
formuleren wij ons beleid. We willen concrete resultaten
afspreken met onze stakeholders op onze belangrijkste
beleidsterreinen. Onze dienstverlening moet goed aansluiten
bij de wensen van onze (toekomstige) huurders. Hierin zijn
al diverse vorderingen gemaakt zoals met het nieuwe digitale
woonruimteverdeelsysteem. En we blijven verder ontwikkelen.
Zo is een start gemaakt met een Klantportaal en kijken naar
mogelijkheden om dit verder uit te breiden. Wij maken
afspraken en komen die na.
6.1 Participatie
Omnivera
Op dit moment is de georganiseerde participatie geregeld
door de Stichting Huurdersraad met tien leden en vijf
bewonerscommissies. Zij vertegenwoordigen qua samenstelling
nog niet de volledige doelgroep van Omnivera. Het voornemen
is om samen met de Stichting Huurdersraad te werken aan een
nieuw participatieplan.
Goed Wonen Zederik
Via de vereniging Huurders- en bewonersbelang Zederik
betrekt zij huurders bij beleidsonderwerpen zoals het
huurbeleid. Op complexniveau zijn er bewonerscommissies
waarmee zij praktische beheerszaken bespreken. Om de
dienstverlening te monitoren is tot 2014 het KWH ingezet.
Beschouwing
Bewonersparticipatie kan op verschillende manieren worden
ingevuld. De maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar
snel op. Participatie moet daarop aansluiten wil het de
meerwaarde behouden waarvoor het bedoeld is. Ook vanuit
huurderszijde zijn via de Nederlandse Woonbond diverse
initiatieven opgezet, waarmee O/GWZ zijn voordeel kan doen.
Met de huurders en huurdersvertegenwoordigers blijven we de
wensen en mogelijkheden van optimale participatie bespreken
en uitwerken.
Omnivera
Ter bevordering van de leefbaarheid en daarmee de
aantrekkelijkheid om er te (blijven) wonen zijn er twee
wijkbeheerders namens Omnivera actief. Bepalende factoren
voor de sociale leefbaarheid zijn de onderlinge contacten
zoals bijvoorbeeld burenhulp en het handhaven van gestelde
regels. Voor de fysieke leefbaarheid is de kwaliteit van de
woonomgeving zoals schone brandpaden en de algemene ruimten
van appartementencomplexen bepalend.
Goed Wonen Zederik
Via dorpentochten nodigt Goed Wonen Zederik periodiek haar
huurders uit. Zij gaat dan met hen in gesprek om te vernemen
wat er in hun dorp en buurt speelt. Met diverse partijen
wordt samengewerkt om de leefbaarheid in de buurten te
verbeteren. Naast de gemeente zijn dit ook maatschappelijke
instellingen. Goed Wonen Zederik zet zich actief in op de
aanpak van overlast.
Beschouwing
Vanuit de overheid wordt duidelijk aangegeven dat het begrip
en aandachtsveld "leefbaarheid" wordt begrensd.
Woningcorporaties krijgen ook hier het signaal om beleid en
activiteiten nauw aan te laten sluiten bij de directe
woonomgeving van hun woningbezit. Een leefbare woonomgeving
is niet alleen schoon, heel en veilig maar betekent ook een
ongestoord woongenot.
6.3 Huurbeleid
Omnivera
Omnivera heeft op woningniveau de streefhuren vastgesteld.
Deze sluit aan bij de markthuur van de woning en voor de
gehanteerde inkomensafhankelijke huurverhoging is afgetopt
op de streefhuur.
Goed Wonen Zederik
Goed Wonen Zederik hanteert een marktconform huurbeleid.
Daarbij is een onderscheid gemaakt in streefhuren bij twee
categorieën binnen de bestaande voorraad: de sociale
huurvoorraad en vrije huursector. Vanwege het hoge
kwaliteitsniveau kent de nieuwbouw een hoger
streefhuurpercentage dan in de bestaande voorraad. Goed
Wonen Zederik topt huurverhogingen af op de streefhuur.
Zowel in 2013 als in 2014 is de inkomensafhankelijke
huurverhoging toegepast voor de hoogste inkomensgroep.
Beschouwing
De economische crisis heeft duidelijk sporen achtergelaten.
We zien dit in de toename van de werkloosheid,
inkomensachteruitgang van werkenden en gepensioneerden en
lastenverzwaring voor woningcorporaties. De rekening komt
voor een deel te liggen bij de huurders. Oplopende
huurachterstanden en toename van uitzettingen kunnen hiervan
het gevolg zijn. De roep om de betaalbaarheid van de sociale
woningvoorraad te waarborgen, wordt steeds luider.
vooraadbeleid
Omnivera
Er wordt kritisch gekeken naar het huidige bezit en de
toekomstbestendigheid. Als het nodig is om te
herstructureren, te slopen of te verkopen, dan wordt dit
opgenomen in het strategisch voorraadbeleid.
Bij projectontwikkeling wordt er gestuurd op een bepaald
aanvangsrendement. In het investeringsstatuut zijn deze
rendementen vastgelegd. In dit investeringsstatuut zijn
tevens de diverse ontwikkelingsfasen van een project
beschreven.
Voor het serviceonderhoud kan een huurder een
servicecontract afsluiten.
Tijdens de uitvoering van planmatig onderhoud wordt niet alleen de buitenkant aangepakt, maar ook de binnenkant van de woningen. De kwaliteit van de woningen en de behoeften van de klant staan bij de uitvoering van groot-, dagelijks en planmatig onderhoud voorop.
Goed Wonen Zederik
Goed Wonen Zederik is een Te Wooncorporatie. Ruim 70% van de
woningen is geoormerkt als Te Woon . Toekomstige en huidige
bewoners van een Te Woon-woning kunnen zelf bepalen of zij
hun woningen huren en kopen. Afhankelijk van het inkomen is
kopen met korting een optie. De koopwoningen binnen Te Woon
worden verkocht onder de voorwaarde dat Goed Wonen Zederik
ze terugkoopt. Daarmee komen ze weer beschikbaar voor de
doelgroepen van beleid. Ongeveer 15% van de voorraad is op
deze wijze verkocht. Begin 2014 is bepaald om deze
koopwoningvoorraad terug te brengen tot maximaal 10%.
Hiermee zijn financiële risico's beter te beheersen.
Het huidige vastgoedbeleid wordt verder gekenmerkt door de
volgende zaken:
Planmatig onderhoud op basis van technische levensduur en
conditiemetingom de bouwtechnische kwaliteit te waarborgen;
Vraag gestuurd binnen onderhoud (keuken, douche, toilet) om
de woontechnische kwaliteit te verbeteren. Huurders kunnen
individueel bepalen of zij hieraan meedoen;
Nieuwbouw in typologie variëren ten opzichte van de huidige
voorraad waardoor de
Diversiteit van de woningvoorraad wordt vergroot. De
bestaande voorraad bestaat in hoofdzaak uit
eengezinswoningen;
-* Nieuwbouw heeft het Woonkeurlabel (levensloopbestendig)
en een hogere EPC dan volgens
het bouwbesluit geëist is;
4. Kosteloos plaatsen van isolatieglas HR++ bij
schilderbeurten; Energiebesparende maatregelen: HR
CV-combiketels, na-isolatie.
Beschouwing
Ook met het vastgoedbeleid gaan de woningcorporaties terug naar de kern van de zaak: exploiteren van huurwoningen die voldoen aan de eisen van de tijd en zorgen dat die woningen in goede staat van onderhoud blijven. De aandacht gaat in hoofdzaak uit naar de bestaande woningvoorraad. De woningvoorraad is geschikt of wordt geschikt gemaakt voor onze doelgroepen. We spelen in op ontwikkelingen als toenemende vergrijzing (zorg in de huidige woning}, groei van één- en tweepersoonshuishoudens (compacte woningen}, etc. Nieuwbouw voegen we toe als er duidelijke behoefte voor is (uitbreiding) of als of als een deel van de huidige voorraad niet meer voldoet
(Herstructurering). We zien dat woningcorporaties bij de
uitvoering van onderhoud zoeken naar nieuwe
uitvoeringsvormen (mean and lean) en tegelijkertijd meer
mogelijkheden voor bepaling van termijn van uitvoering door
de huurder.
7. Organisatie
Omnivera
Een kleine organisatie met grote ambities. De
bedrijfsvoering is georganiseerd in de afdelingen Wonen,
Bedrijfsvoering en Vastgoed. De focus naar buiten richt zich
op de klant. Het verbeteren en vereenvoudigen van
klantprocessen, zoals het breder inzetten van digitale
dienstverlening. De cultuur kenmerkt zich in samenwerken.
Goed Wonen Zederik
De cultuur van Goed Wonen Zederik is te omschrijven als
open, informeel, teamgericht, flexibel, klantgericht en
resultaatgericht. De organisatie is traditioneel ingericht
met drie afdelingen (Financiën, Vastgoed en Wonen). Zij
opereert vanuit één vestiging. In 2014 heeft Goed Wonen
Zederik 13 fte. Het intern toezicht hanteert de Governance
code.
Beschouwing
We kiezen voor een nieuwe aansturingsfilosofie, waarbij de
huurder bovenaan komt te staan. De organisatie moet zodanig
vorm krijgen dat de dienstverlening optimaal is. Bovenal
moeten de medewerkers in de organisatie in staat zijn
verbinding te maken met de huurder. Dit stelt de nodige
eisen aan capaciteiten, kennis en kunde van het personeel.
Door de samenvoeging van de huidige organisaties komen we
tot een vernieuwende woonstichting.
. Financiën
Omnivera staat er financieel goed voor. Ondanks de verhuurdersheffing die een grote claim legt. Er is een financieringsbeleid dat zich richt op onder andere op het structureel voorzien van financiële middelen waardoor de continuïteit van de operationele activiteiten wordt gewaarborgd en voorgenomen investeringen worden gegarandeerd. Omnivera is altijd onveranderd kredietwaardig bevonden door het WSW.
Goed Wonen Zederik is
een financieel gezonde organisatie. Van het CFV is altijd
een positief oordeel verkregen. Het WSW heeft in 2013
aanbevelingen gedaan om de financiële sturing te verbeteren.
Hieraan heeft Goed Wonen Zederik gehoor gegeven waardoor zij
van het WSW in 2014 een kredietwaardigheidsverklaring heeft
ontvangen en een borgingsfaciliteit ontving voor drie jaar.
Er is beleid voor financiële sturing vastgesteld en een
investeringsstatuut. De organisatie beschikt over een
treasurybeleid. Het meerjarenperspectief ziet er positief
uit. De risico's van de VoV voorraad (terugkoopwoningen)
zijn helder in kaart gebracht, begrensd en blijken goed
beheersbaar.
Beschouwing
Corporaties zijn genoodzaakt financieel in te leveren. De saneringsheffing, de VPB-verplichting en de verhuurderheffing zorgen voor op een afname van het investeringsniveau van de corporaties. De excessen in de sector hebben ertoe geleid dat het handelen van de sector al een tijd onder het vergrootglas ligt. Specifiek geldt dit voor de financiële risico's en de wijze waarop toezicht wordt gehouden. We zien ook dat de norm van bedrijfslasten steeds scherper wordt en vertalen dit naar eigen scherpere normen. Van corporaties wordt verwacht dat zij actief bezig gaan met financiële sturing.
Financiële meerjaren raming 2015 - 2019
In deze paragraaf geven wij op hoofdlijnen inzicht in de
financiële meerwaarde van fusie tussen Omnivera en Goed
Wonen Zederik. De waarderingsgrondslag van beide corporaties
zijn geüniformeerd om de meerwaarde te kunnen weergeven.
Hiervoor is de bedrijfswaarde gehanteerd. Voor de
berekeningen zijn de goedgekeurde jaarrekeningen 2013 als
vertrekpunt genomen. Daarnaast zijn de meerjaren begrotingen
voor 2014 e.v . Doorgerekend
In de onderstaande globale opstelling van de Balans en
Winst- en verliesrekening worden de geüniformeerde
gezamenlijke cijfers gepresenteerd. Hierbij is rekening
gehouden met fusie effecten
c.q. de besparingen.
De ontwikkeling van de Kasstromen, Omzet en jaarresultaat is
weergegeven in onderstaande grafieken. Hierin is duidelijk
te zien wat de verwachtingen zijn voor en na fusie.
Uit de bovenstaande overzichten blijkt dat belangrijke
kengetallen van de fusieorganisatie, de solvabiliteit
(WSW-norm > 25%) en de loan-to-value (WSW-norm < 75%), zich
positief ontwikkelen en ruimschoots voldoen aan de normen
die het WSW hiervoor stelt.
De fusie leidt verder tot een efficiëntere organisatie waardoor de kosten voor de bedrijfsvoering bijna 700.000, -- euro lager worden en er meer financiën beschikbaar blijven voor (toekomstige) huurders Deze structurele besparingen hebben allemaal betrekking op de beheerkosten. De besparingen betreffen uitgaven in de operationele beheerlasten, zoals salarissen, kosten raad van commissarissen, automatisering, huisvesting, accountancy en advies. Daardoor verbetert het jaarresultaat met bijna 700.000, -- euro in 2016 oplopend tot bijna een 1.000.000, -- euro in 2019. In de setting van de gefuseerde corporatie zal in overleg met betrokken stakeholders gekeken worden hoe deze efficiencywinst ten behoeve van de (toekomstige) huurders kan worden ingezet.
8.2. Risicobeheersing
Goed Wonen Zederik en Omnivera hebben beide een
functionerend risicobeheersingssysteem
dat past bij de
activiteiten
en omvang van de organisatie. Dit risicobeheersingssysteem
heeft tot doel het beheersbaar maken en houden van die
risico's, die de realisatie van de strategie en doelstelling
van de corporatie in gevaar brengen. Ook voor de gefuseerde
organisatie O/GWZ is een functionerend
risicobeheersingssysteem een belangrijke borging voor het
realiseren van de doelstellingen.
In dit koersdocument zijn de veranderingen in de missie, de
visie, de kernwaarden en ambities, de strategie en het
beleid weergegeven. Deze veranderingen en de verandering van
de organisatie zelf, zijn ook aanleiding om het
risicobeheersingssysteem aan te passen.
Een belangrijk onderdeel van risicobeheersing is inzicht in
de mogelijke risico's voor de nieuwe organisatie. Een due
diligence onderzoek door een onafhankelijke accountant is er
op gericht om dit inzicht te verschaffen. Hiernaast
wordt bij de
inrichting en ontwikkeling van de nieuwe
organisatie rekening
gehouden met het creëren van een goede beheersingsstructuur
en voldoende counter vailing power. Hierbij
is het principe van het 'three lines of defence' model als uitgangspunt
genomen. De verantwoordelijkheden liggen laag in de
organisatie. Het lijnmanagement is verantwoordelijk
voor haar eigen
processen en resultaten (1e
lijn). De manager Bedrijfsvoering ondersteunt het
lijnmanagement in deze rol. Adviseert hierover en bewaakt of
het management deze verantwoordelijkheid ook neemt {2e
lijn). Hiernaast wordt in de nieuwe organisatie een
controllersfunctie gecreëerd. Deze controller {3e lijn)
functioneert volledig los van de andere
organisatieonderdelen en velt objectief en onafhankelijk een
oordeel over de werking en uitvoering van het
beheersingssysteem. En komt met verbetervoorstellen. De
controller heeft directe rapportagebevoegdheden aan de raad
van commissarissen.
De introductie van
de controllersrol in de
organisatie is voor
beide fusiecorporaties nieuw,
maar voor een grotere organisatie een belangrijke voorwaarde
om het risicomanagement verder te professionaliseren.
GWZ/O zal jaarlijks, bij het
opstellen van de meerjarenbegrotingen, de doelstellingen
actualiseren. En de risico's met betrekking tot het
realiseren van de strategie ten behoeve van de realisatie hiervan,
inventariseren. Aan de hand van scenarioanalyses zullen
maatregelen worden genomen of worden voorbereid. Belangrijke
toetsstenen hiervoor vormen de kaders die zijn vastgesteld
in het financiële sturingskader
en de hieraan
gekoppelde investeringsstatuut en het Treasurystatuut. De
activiteiten worden uitgevoerd binnen de kaders van de
vastgestelde jaarplannen per afdeling, het financieel
sturingskader, het investeringsjaarprogramma en het
treasury-jaarplan. Deze kaders bevatten rendementsnormen
zoals IRR, risicobeheersingsnormen
zoals solvabiliteit,
ICR en renterisico en externe normen zoals die door CFV, WSW
of RJ zijn gesteld. De bewaking hiervan is geborgd in de
planning en control cyclus, welke wordt ondersteunt door de
geautomatiseerde systemen en vastgestelde en functionerende
processen en procedures.
Een belangrijk onderdeel van risicobeheersing is het
risicobewustzijn van de alle medewerkers in de organisatie
en de mate waarin de verschillende functionarissen elkaar
tegenspel kunnen en durven bieden. Onder andere hierom is al
voor de feitelijke fusie, gestart met een organisatie
ontwikkelingstraject, dat alle medewerkers van beide
organisaties volgen. Dit programma zal ook zeker doorlopen
in de nieuwe organisatie.
De werking van het risicobeheersing systeem wordt getoetst door het voor de corporatiesector gebruikelijke toezichtstructuur. Hierin houdt de raad van commissarissen toezicht, het CFV en het WSW toetsen elk vanuit haar eigen invalshoeken en de externe accountant toetst de werking van de administratieve organisatie.